voorplein hier ten koste ging van zeer benodigd vloeroppervlak in het gebouw. Uiteindelij k werd een variant van vier vleugels rond een centrale binnenhof uitgewerkt en aan het stadsbestuur gepresenteerd. Tot bouw werd niet besloten, ondanks dat het ontwerp veel waardering ontmoette.27 Het Sint Jacobsgasthuis kreeg met zijn portiek met kolossale, vrijstaande zuilen een voor zijn tijd uniek architecturaal element. In de Republiek was de toepassing van vrijstaande zuilen tot die tijd zeer ongebruikelijk. De aandacht voor dergelijke architecturale elementen kwam voort uit de heroriëntatie op het zuivere classicisme onder invloed van archeologische ontdekkingen in Italië en Griekenland. Dit neoclassicisme was internationaal, maar kreeg per land en streek een eigen interpretatie. Voor de toepassing van de vrijstaande zuil was in de Republiek de prijsvraag voor het Groninger stadhuis bepalend. In deze internationaal uitgeschreven prijsvraag was één van de vereisten dat in het ontwerp de hoofdingang werd voorzien van een peristyle, dat wil zeggen een zuilengang.28 Giudici kreeg voor zijn ontwerp met het motto 'per la Gloria en per l'Onore' de tweede kleine prijs, [zie deel 1] De prijsvraag had tot gevolg dat de zuilenportiek in het repertoire van architecten een plaats kreeg, hoewel de kans om op een dergelijke monumentale schaal te bouwen zich door de economische neergang in deze periode niet vaak voordeed. Zelfs de bouw van het stadhuis van Groningen zou door financieringsproblemen pas in 1810 worden afgerond. Daarbij kwam dat in de burgerlijke cultuur van de Republiek slechts weinig gebouwentypen waren, waarbij de toepassing van vrijstaande zuilen geëigend was. 86 Scyedam jrg. 37 nr. 3 AJb. 9: Contour van het oude stadhuis van Rotterdam ingetekend in het definitieve plan dat Giudici in 1781 opstelde in opdracht van het Rotterdams stadsbestuur. (Gemeentearchief Rotterdam)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2011 | | pagina 14