terug. Een goed voorbeeld is het woonhuis
aan Lange Haven 65 uit 1804.
Tot slot
Schiedam was in de laatste decennia van de
achttiende eeuw en de eerste decennia van de
negentiende eeuw bijzonder welvarend, zeker
in vergelijking tot andere steden. Dit heeft er
toe geleid dat in deze stad een uitzonderlijk
bouwproductie heeft plaatsgehad. Er bestond
bij een handjevol Schiedamse regenten de
behoefte om het stijgende aanzien van de rijk
geworden branderstad ook in de stedelijke
ruimte tot uitdrukking te brengen. Deze
regenten behoorden tot een intellectuele
elite, die hun kleinsteedse milieu qua
ambities duidelijk ontstegen. Zij herkenden
het talent van Giudici om hun plannen te
verwezenlijken. Giudici nam hierbij niet
alleen de architectuur voor zijn rekening; zij n
adviezen leiden tevens tot indrukwekkende
ingrepen in de stedelijke ruimte. Dergelijke
ingrepen waren in de achttiende eeuw in
Hollandse steden zeer zeldzaam.
Het talent van Giudici om ook de grote,
stedenbouwkundige schaal in zijn projecten
te integreren, werd door anderen erkend.
Het Rotterdamse stadsbestuur betrok hem
bij een groot aantal belangrijke opdrachten,
waarbij net als in Schiedam de eigen
stadsbouwmeester Paulus Verhellouw werd
gepasseerd. In 1786 werd Giudici bovendien
aangesteld als architect en inspecteur-generaal
der gebouwen van de Admiraliteit op de
Maze. Hij ontwierp onder andere de enorme
Admiraliteitswerf in Rotterdam, waarmee hij
een groots gebaar maakte aan het havenfront
van de stad. Deze aanstelling van een
katholiek was ongekend in een periode dat
alle openbare ambten alleen door protestanten
konden worden waargenomen en geeft aan dat
de deskundigheid van Giudici in de Republiek
zeer moeilijk te vinden was.
De kwaliteit van Giudici werd eveneens
erkend door koning Lodewijk Napoleon,
die zich bij zijn aantreden in 1806 zeer
teleurgesteld had getoond over de kwaliteit
van de architectuur en de architecten in
zijn nieuwe koninkrijk. De koning en zijn
adviseur Jean Thomas Thibault stelden hoge
eisen aan de architecten. Giudici kreeg als één
van de weinigen het vertrouwen, wat onder
andere resulteerde in zijn directievoering over
de werkzaamheden na de Leidse Kruitramp
in 1807, die een groot deel van de stad had
weggevaagd. In 1809 werd hij belast met de
taak de uitbreiding en verfraaiing van Assen
als departementshoofdstad te ontwerpen.
Giudici moest van dit dorp een echte
stad maken, met alle benodigde openbare
gebouwen en voorzieningen. Hij diende hierbij
de bestaande gebouwen zo veel mogelijk
te hergebruiken. In beide gevallen moest
Giudici binnen de bestaande structuren tot
een aangenaam, samenhangend en regelmatig
stedenbouwkundige structuur komen. In
Schiedam was hij hier daadwerkelijk in
geslaagd. De plannen voor Leiden en Assen
zouden door het vertrek van de koning en de
slechte financiële situatie de tekentafel niet
verlaten. Het feit dat Giudici zijn ontwerpen
maakte in een tijd van economische neergang
en het verlies van de Rotterdamse gebouwen
van zijn hand tijdens de Tweede Wereldoorlog,
hebben er toe geleid dat zijn architectuur in de
Nederlandse architectuurgeschiedenis geen
of slechts een ondergeschikte rol speelt.30 De
Korenbeurs en het Sint Jacobsgasthuis zijn de
belangrijkste, nog bestaande, getuigenissen
van de kwaliteit van Giudici als architect en
stedenbouwkundige en tonen aan dat Giudici
als architect meer aandacht verdient.
88
Scyedam jrg. 37 nr. 3