1858 de woning aan het Broersveld 141 van
zijn vader. Het huwelijk is zeer vruchtbaar;
tussen 1857 en 1875 worden er veertien
kinderen geboren. Hij verkoopt het huis op
de veiling in maart 1884.
Het bevolkingsregister 1874-1890, deel
26, folio 174-178, geeft nog steeds aan dat
Cornelis Tak er woont. Comelis overlijdt op
11 februari 1911 op de Oostsingel.
Aanvankelijk was Harmen timmerman, maar
hij heeft in 1868 met succes gesolliciteerd
naar de functie van Graanmeester of
Graanmeter. Neeltje overlijdt in 1911 en
Harmen in 1913. De vier kinderen, Andries
(kolenweger), Michiel (behanger), Harmen
(kleermaker) en Johanna (naaister) erven
in 1913 het huis. De woning wordt "met
onderling goedvinden" geschat op fl 1.825,=.
Ieder kind erft fl 456,25.
Jacob Tak (1826-1876)
Vanaf het midden van de negentiende eeuw expandeerde de jeneverindustrie in Schiedam.
Zeer waarschijnlijk heeft Willem Frederik zoon Jacob financieel ondersteund. Vanaf
1847 bezit de familie Tak één of meer branderijen. In 1856 is er sprake van Branderij
W.F. Tak. Deze heeft bestaan tot 1912. Ook wordt in dat jaar een eigen mouterij aan de
Westerkade gekocht.
Als Jacob in maart 1856 trouwt met Johanna Kerssen staat in de trouwakte vermeld dat
zijn beroep korenwijnstoker is. De vader van Johanna is brander. In augustus 1856 wordt
(klein)zoon Willem Frederik Tak geboren. Evenals zijn jongere broer Andries volgt hij
een opleiding aan de HBS. Andries studeert rechten en wordt later advocaat-generaal bij
het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Willem Fredrik trouwt in 1880 met Trijntje Martijntje Brussaard en neemt het bedrijf van
zijn vader over. Zij krijgen drie kinderen, waarvan er twee jong overlijden.
Naast de uitbreiding van het bedrijf, is hij zeer actief in de plaatselijke en regionale
politiek. De zaken gaan goed, want in de jaren 80 en jaren 90 staat hij steeds vermeld
op de lijsten van de Staatscourant en Provincie Zuid-Holland als één van de 33
hoogstaangeslagenen in Schiedam.
Zoon Jacob, Jaap genoemd (1881-1954), studeert werktuigbouwkunde in Delft, waar hij
in 1902 afstudeert. Na enkele jaren keert hij terug naar Schiedam om de familiebranderijen
over te nemen. In 1912 trouwt hij met Wilhelmina Louisa Haffman en zij krijgen vier
dochters en twee zonen. De familie woont op de Lange Haven 127.
Jaap is de oprichter en samen met de firma De Kuyper eigenaar van de Gistfabriek
en branderij Hollandia. Deze onderneming legt de eigenaren geen windeieren, want
ondanks schaarste en oplopende kosten in de Eerste Wereldoorlog kon Hollandia toch
nog bijna 2,4 miljoen gulden uitkeren aan de eigenaren.
Tot 1924 is Jaap directeur van Hollandia geweest en daarna wordt hij commissaris van
het bedrijf. In 1925 koopt hij De Kuyper uit en in 1928 verkoopt hij Hollandia I. In 1931,
als hij al in Brussel woont, wordt hij adviseur bij Hollandia II voor fl 10.000 per jaar.
Jaap Tak wordt in zijn dagen gezien als de rijkste man van Schiedam.
Over zijn persoon is weinig bekend, men vond hem dominant, maar ook mysterieus.
Sommige mensen waren zelfs bang voor hem. Jaap overlijdt in 1954 in Amsterdam,
maar wordt in Schiedam begraven
Scyedam jrg. 37 nr. 3
99