AMBITIES VOOR SCHIEDAM - BIJZONDERE STEDENBOUWKUNDIGE IN
GREPEN UIT DE JAREN TACHTIG VAN DE ACHTTIENDE EEUW.
DEEL 2 - HET SINT JACOBS GASTHUIS
In de jaren tachtig van de achttiende
eeuw werden in Schiedam een aantal
bijzondere projecten gerealiseerd,
die vergaande stedenbouwkundige
implicaties hadden: de bouw van de
Korenbeurs en het Sint Jacobsgasthuis
(nu Stedelijk Museum). Bij beide
projecten was de betrokkenheid van
een aantal ambitieuze stadsregenten
en van de architect Giovanni Giudici
(1746-1819) bepalend. Giudici bracht
als architect van deze gebouwen
niet alleen een grote kennis van
architectuurtheorie in, maar hij
slaagde er ook in deze gebouwen
een bijzondere stedenbouwkundige
enscenering te geven. Zijn inbreng in
de planvorming rond de Korenbeurs
leidde er toe dat het gebouw werd
vergroot en met zijn voorgevel aan de
Damsluis kwam te liggen, waardoor
het gebouw prominent in de stad kwam
te staan. Dit bouwproject is in het
eerste deel van dit artikel beschreven.
In het tweede deel staat zijn andere
grote Schiedamse publieke bouwwerk
centraal: het Sint Jacobsgasthuis.
Betrokken partijen
Het Sint Jacobsgasthuis is de oudste en
meest vooraanstaande stedelijke instelling
van Schiedam. Het was in de achttiende
eeuw een kapitaalkrachtige instelling door
de accumulatie van bezit van landerijen,
aandelen en schuldbrieven. Het gasthuis
was in de achttiende eeuw belast met de
verzorging van bejaarden en zieken en
beschikte hiervoor over een gebouw aan
de Hoogstraat. Dit gebouw was al in 1532
G.H. Medema
betrokken en in de loop der tijd diverse
malen vergroot, verbouwd en vernieuwd.
Een belangrijke verbouwing vond plaats
rond 1680 toen de keuken, het bakhuis, de
regentenkamer, een kamer voor kostgangers,
een oudemannenkamer en de gasthuiskerk
werden vernieuwd.1 De gasthuiskerk was in
gebruik voor de ochtenddiensten op zondag en
voor de erediensten van de Waalse gemeente.
De vorm en opzet van het oude gasthuis
zijn enigszins bekend door tekeningen en
de plattegrond van het gebouw in de kaart
van Rutger van Bol'es uit 1770. [afb. 1 en
2] Het was een samengesteld complex van
een langs de Hoogstraat gelegen kapel met
daarnaast en daarachter diverse vleugels en
kleine woningen. Het gebouwencomplex
werd aan de achterzijde door de Roosbeek
begrensd. Op de kaart van Van Bol'es is een
vleugel parallel aan deze beek zichtbaar.
De gebouwen boden plaats aan ongeveer
negentig verpleegden.2
Het Sint Jacobsgasthuis stond onder het
bewind van een college van vier regenten,
onder wie altijd twee vertegenwoordigers uit
de vroedschap. In 1783 trad Leonardus den
Beer als gasthuisregent aan. Hij nam samen
met Dominicus Doom de vrij gekomen
plaatsen van het stadsbestuur in.
Deze beide regenten speelden als
stadsbestuurders een bepalende rol bij de
totstandkoming van de Korenbeurs en zij
waren ook in hoge mate verantwoordelijk
voor het al even ambitieuze bouwproject
voor het nieuwe Sint Jacobsgasthuis. De
twee andere (burgerlijke) gasthuisregenten
Adrianus Verhaven en Daniel Pietermaat
komen in ieder geval niet naar voren in de
beschikbare bronnen over de nieuwbouw.
Voor de bouw van het gasthuis staan
een aantal uitzonderlijke bronnen ter
76
Scyedam jrg. 37 nr. 3