EEN 'VERMAKELIJKE PLANTAGIE'
DE ONTWIKKELINGSGESCHIEDENIS VAN EEN BIJZONDER STADSPARK
Het Plantagepark, dat in zijn vroegste vorm dateert uit 1766, heeft in de loop
der tijd grote wijzigingen ondergaan. Deze wijzigingen waren een gevolg
van veranderde opvattingen over parkontwerp, maar ook van grootschalige
stedenbouwkundige en infrastructurele ingrepen. De veranderingen hebben
grote impact gehad op met name de Kop van de Plantage, dat in inrichting
en vormgeving de samenhang met de rest van het park verloor.
De Kop van de Plantage bestaat, na een aanpassing in het verloop van de
Tuinlaan in de jaren dertig van de twintigste eeuw, uit twee of drie te onder
scheiden zones. Het gedeelte tussen de Gerrit Verboonstraat en de Tuinlaan
werd na de oorlog ingericht met het monument voor slachtoffers van de
Tweede Wereldoorlog. In het gedeelte van het park tot voorbij het Plein
Eendragt werd in 1952 een muziekpodium gebouwd, naar ontwerp van
ir. H. Kammer (1902-1988) uit Rotterdam. Twee jaar later werd het park
opnieuw aangelegd naar ontwerp van J.J. Schipper, mogelijk in samenwer
king met J.T.P. Bijhouwer (1898-1974). Het park voor het podium werd
daarbij als een auditorium ingericht, met drie oplopende terassen omgeven
door bomen en struiken. Dit deel van het park kreeg hierdoor een besloten
karakter wat contrasteerde met de doorzichten die elders in het park waren
gecreëerd.
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de ontstaansgeschiedenis
van de Plantage en wordt ingegaan op de wijzigingen van het park in de
twintigste eeuw. Vervolgens wordt de totstandkominggeschiedenis van het
plantagepodium beschreven. Die geschiedenis start met een bijzonder be
sluit in 1766.
In 1766 besloot de Schiedamse vroedschap
tot het zogenaamde 'Nieuwe werk' 'hoe eer
hoe beeter met een aangenaame en vermake
lijke plantagie vertieren'.1' Vrijwel direct
werden de aanwezige bomen gerooid en het
terrein geëgaliseerd. Tegelijkertijd werd een
aantal deskundigen belast met de vervaardi
ging van een ontwerp voor de parkaanleg. Op
2 maart 1767 beoordeelde de vroedschap di
verse projecten van de stadsarchitect Arie van
Bol'es, een zekere 'Horsman' en 'anderen'.2'
De vroedschap koos voor de uitvoering van
het project van 'directeur' Horsman, onder
toezicht van stadsbestuurders en stadsarchi
tect. In het gemeentearchief bleef een blad
met twee alternatieve ontwerpen bewaard.
Deze ontwerpen voorzagen in de geometri
sche aanleg van elkaar kruisende lanen met
aan weerszijden gesnoeide bomen en hagen.
Uiteindelijk werd een van deze projecten uit
gevoerd, hoewel enkele onderdelen werden
aangepast. Het gedeelte tussen Makkerstraat
en Varkenssluis kreeg een andere invulling
als op de bewaarde ontwerptekening was
voorzien: tussen kruisende lanen werden
gebogen paden uitgezet, een eerste aanzet
tot een meer natuurlijke aanleg zoals juist
toen modieus werd. De toegang tot het park
112
Scyedam jrg. 37 nr. 4