MOLENMAKERSWERFAAN DE SCHIEDAMSEWEG IN KETHEL
Rien van der Loo Werkgroep Kethel
de Raat, Een dorp dat driemaal onderging,
pagina 25).
De oudst bekende rekening van het bedrijf
Van der Loo dateert van 30 september 1797 en
is van Cornelis van der Loo (geboren in 1748).
Deze rekening was voor werkzaamheden ver
richt aan 'De Hargmolen' bij de Poldervaart,
en bevindt zich nu in het voormalig polderar
chief, in het Hoogheemraadschap Delfland.
Het erf werd gedomineerd door eeuwenoude
kastanjebomen. Deze bomen keerden bij de
grote brand in 1853 het vuur. Op het erf en te
gen de bomen kon je heel vaak molenstenen,
molenroeden en andere onderdelen bestemd
voor de molens, zien liggen. Ook wanneer
er een hele molenkap in elkaar gezet moest
worden, moest dat op het erf gebeuren.
De heer Rikkert Wijk, architect en lid van de
archeologische werkgroep Helinium heeft,
mede door geologisch en archeologisch on
derzoek, kunnen constateren dat een paar er
ven in Kethel hoger liggen dan de omgeving.
Hij kwam tot de ontdekking, dat Kethel is
opgebouwd uit vier heuvels (zie zijn artikel in
Scyedam, jaargang 36 nr. 5 december 2010).
Op één van deze heuvels was eeuwenlang
het molenmakers- en timmerbedrijf van de
familie van der Loo gevestigd. Volgens ge
ruchten zouden op deze plaats monniken ooit
een kapel(letje) en een onderkomen hebben
gehad. Dit gerucht is mogelijk ontstaan omdat
dit terrein vroeger door drie sloten was om
ringd. Twee ervan werden in de volksmond
'Heiletje' en 'Hemeltje' genoemd (zie: Jaap