Het vervoer van deze grote molenonderdelen
was vaak spectaculair om te zien en trok dan
ook veel bekijks. In vroeger tijden werd veel
materiaal aangevoerd via de Poldervaart en
Kerklaanvaart. Kleiner materiaal kon per
schip tot voor het erf worden aangevoerd.
Tot de jaren vijftig liep er een sloot voor het
erf. Na het overlijden van Arie van der Loo
(1858-1934) was in de Schiedamsche Courant
te lezen, dat Arie in den lande bekend stond
om zijn grote kennis van windmolens en hij
een internationale reputatie had verworven
door de Nortonwellen, welke hij zowel in
Nederland als in Duitsland en België maakte.
Diverse Van der Loo's hebben door de tijd
aan alle Schiedamse molens gewerkt. Zowel
aan de korenmolens als aan de watermolens.
In 1924/1925 werden zowel de Hargmolen
als de West Abtsmolen getransformeerd van
watermolens tot motorgemalen.
Generaties Comelissen, Pieters en Aries
volgden elkaar op. Niet alleen in Zuid Hol
land werd gewerkt, maar bijvoorbeeld ook
in Brabant (Fijnaard), Zeeland (Wissekerke,
Tholen, Kloetinge, Vrouwenpolder) etc. In
1950 verplaatste Henk van der Loo molen 'De
Jonge Pieter (bouwjaar 1772) in zijn geheel
van Leimuiden naar Schipluiden. Deze molen
kon in 1951 weer als korenmolen in gebruik
genomen worden, nu onder de nieuwe naam
'De Korpershoek'. De Aeolus, God van de
wind, bouwjaar 1790 te Vlaardingen werd
in 1956 gerestaureerd door Henk van der
Loo. Er werd o.a. een geheel nieuwe kap op
geplaatst.
Het erf van Van der Loo werd voor nog an
dere werkzaamheden gebruikt. Bijvoorbeeld
toen Napoleon werd verslagen, werden hier
in 1813 en 1815 erepoorten gemaakt door
een Comelis van der Loo. In 1821 was er
een Pieter aan de beurt, deze mocht de Jaco-
buskerk in Noord Kethel vergroten en er een
toren bij bouwen. In 1848 staat op de lijst
van bedrijven Comelis van der Loo, molen
maker, met 10 man en 2 jongens. Ook werd
de werf gebruikt om de vaak, heel lange,
houten buizen in en aan elkaar te zetten en
met kopergaas te bekleden, die later de grond
in moesten, omdat het bedrijf ook grondbo
ringen en welwater putten, de zogenaamde
Nortonwellen, maakten.
In de loop der tijden werden hier ook tien
tallen doodkisten gemaakt. Hendrik van der
Loo (1903-1990) vertelde, dat men op een
keer bezig was een kist aan de binnenzijde te
bekleden, toen er een klant binnen kwam die
vroeg of hij even in de kist mocht liggen om
te weten hoe dat voelde en dat gebeurde.
In de Tweede Wereldoorlog werd de tim
merwerkplaats ook gebruikt als voedsel
uitdeelplaats, de zogenaamde 'gaarkeuken'.
Comelis van der Loo is gearresteerd, omdat
in zijn loods illegale slacht plaatsvond, het
vlees werd dan via de achtertuin en Kerklaan
naar de diverse bestemmingen gesmok
keld. Naast de houtloods was vele jaren een
Kethelse brandspuit ondergebracht. Dus al
met al een multifunctioneel gebruik van deze
molenmakerswerf.
Scvedam jrg. 38 nr. 3
93