brengen zodat moeder de vrouw kon wassen.
Ook moest hij houtjes hakken, die gebruikt
werden voor het aanmaken van de kachel die
's nachts uitging en zakjes vullen met blauw
sel voor een witte was! In de jaren vijftig
waarin ik opgroeide
was er aan de muur
van het badhuis een
gele automaat waar
je gaspenningen kon
krijgen door er geld
in te werpen. Als
er geen geld was,
dan was er geen
gas, vooruit betalen
dus! Het gebeurde
best weieens dat
als mijn moeder aan het koken was ze me
met een dubbeltje naar buiten stuurde om
een gaspenning te kopen want het gas was
uitgegaan en er een munt in de gasmeter in
de kast moest worden gedaan. Deze meter
werd regelmatig geleegd door mensen van
de gasfabriek. Pas later werd het veranderd
en werd de verzegeling verbroken, we kon
den dan met een paar munten steeds opnieuw
een 'gas-saldo' opbouwen en niet verrast
worden door een gasgebrek. Voor de winter
werden er antracietkolen besteld bij Van der
Hil op de Nieuw Mathenesserstraat, deze
werden per zak door de woonkamer naar
zolder (waar onze ouders slepen) gesjouwd
en daar leeggeschud. Als de kolensjouwers
klaar waren, was mijn moeder de rest van de
dag bezig om het kolen gruis uit het huis te
krijgen en het huis weer toonbaar te krijgen.
In de Eendrachtstraat, die in een L-vorm
langs de Maasdijk liep, waren geen winkels.
Halverwege in de bocht van de straat was
wel een ruimte die als kantoor werd gebruikt
voor de bouwvereniging Eendracht die de
huizen beheerde.
Op maandagochtend werd de huur opge
haald die meestal al klaar lag beneden op de
trap, de huurkaart plus het geld (ongeveer
4 gulden). Als er betaald was, werd het op
de kaart afgetekend en met die kaart kon er
eens per twee jaar wat rollen behang worden
opgehaald in het kantoortje in de straat. In
de twee buitenbochten van de straat had
den de woningen
als enigen een klein
open balkon. Aan
het eind van de straat
waren wel winkels.
Kwam je vanaf de
Koninginnebrug of
de Buitenhavenweg
naar de Maasdijk
dan kon je linksaf
(over een lichte afrol
naar beneden) de
Eendrachtstraat in, direct rechts was er de
kruidenierswinkel van den Ouden die ook
het badhuis beheerde. Boven de winkel aan
de muur hing het grote bord waar ik elke dag
naar keek en waarop stond: Wie veel baadt
loopt schoon op straat. Uw adres is J.P. den
Ouden, Eendrachtstraat nr. 31. Behalve
deze kruidenierswinkel, waar je elke dag
wel een boodschap moest doen voor moeder,
was er aan het andere uiteinde van de lus
de tabakswinkel van Roza. Deze had altijd
veel aanloop van de arbeiders van de werf
Gusto die aan de Maasdijk was gelegen.
Op de andere hoek - van de Maasdijk en de
Nieuw Mathenesserstraat - recht tegenover
Gusto was de groentewinkel van Rodenrijs.
Het winkelraam van de winkel was voorzien
van scherpe gebogen ijzeren punten om te
voorkomen dat iemand daar ging zitten. Op
een dag ben ik al steppend daarop gevallen
en kwam met mijn arm in zo'n punt terecht,
deze werd door de medische staf bij Gusto
snel gehecht. Bijzonder was het wel op vrij
dag- en zaterdagmiddag als na het fluitsignaal
een grote groep arbeiders van Gusto door de
straat naar het badhuis trok om de wekelijkse
wasbeurt te ondergaan: vuil en bezweet erin
en schoon en fris er weer uit. Het badhuis
was enkel op vrijdag en zaterdag geopend,
De allervroegste jaren ging
ik op vrijdagavond 's avonds
in een zinken teil in bad, het
liefst voor de brandende ka
chel en intussen luisterend
naar Paulus de Boskabouter
op de radio.
160
Scyedam jrg. 38 nr. 5