schouw vooruit te trekken met
een touw. Naar Hollandia.
Ik ben vaak meegeweest,
spoeling halen bij Hollandia.
Daar stonden grote ijzeren
en houten spoelingbakken.
Via buizen kwam het gloei
ende hete vocht de schouw
in. Acht kuub kon erin. Elke
dag, behalve op zondag kon je
daar terecht.
Terug bij de boerderij, werd
de schouw tegenover de
koeienstal gelegd. En via een
goot werd de spoeling uit de
schouw, via een klein raampje
de stal ingepompt. De koeien
slobberden er lekker van.
Gemengd met schillen, was
het prima voer.
De boerderij had veel aanloop.
In mijn herinnering zat in de
woonkeuken altijd wel iemand
koffie te drinken, mestschip-
pers uit het Westland (die de
mestputten kwamen legen),
een veehandelaar die kwam
afrekenen, iemand van de
melkfabriek. Als ik uit school
kwam moest ik me eerst
verkleden, een schort voor, klompjes aan. En dan
maar spelen. Eens kijken waar mijn vader uithing,
's Winters zat hij te melken in de stal, waar het
altijd lekker warm was. 's Zomers in het bocht, een
betonnen plaats waar de koeien verzameld werden
om gemolken te worden. 'Wil je helpen de koeien
op te halen?', vroeg mijn vader vaak. Dan liep ik,
gewapend met een stok het land door, om de koeien
richting bocht te leiden. Ik voelde me heel machtig
dan. Het melken ging met de hand en dat was voor
mijn vader en oom alleen niet te doen. Dus hielpen
De vader van Lidwien Meijer leegt de melkemmer in de
gereedstaande melkbussen.
Koeien doen zich tegoed aan de spoeling. Hier in de
buitenlucht, maar soms werd de spoeling ook via een
goot direct uit de schouw, via een klein raampje de
stal ingepompt. Daarboven: de werf met scharrelende
kippen. Scharreleieren had je toen nog elke dag vers.
12
Scyedam jaargang 39 nr. I