er jongens mee (scholieren van rond de vijftien jaar)
die zo een zakcentje verdienden.
Een hoogtepunt van mijn leven op de boerderij
was de hooibouw. Met vereende krachten werd het
gras gedroogd (vaak keren en schudden). Iedereen
hielp mee, ook zussen van mijn moeder. Tussen de
middag aten we op het land. Grote flessen ranja, veel
gesmeerde boterhammen. Het hooi stond in hopen
en ik zie mijn vader nog een touw om zon hoop
binden. Het paard sleepte het zaakje dan naar de
koeienpont. Die lag in de sloot en eenmaal vol hooi
werd de pont naar een plek dichtbij de hooizolder
gevaren en werd het hooi droog opgeborgen.
Vooral als er regen voorspeld was, was de hooibouw
spannend. Krijgen we het droog de zolder op?
Leven tussen stad en platteland
We woonden in de stad en toch helemaal vrij. 's
Morgens zette mijn moeder mijn broer en mij met
Dagje uit met het gezin (1957). Tante Miekie zet ons
over. De huizen rechts aan de overkant staan er nog.
14
Scyedam jaargang 39 nr. I