'Schiedamse gemeenschap mag weten
dat De Groot Fonds bestaat'
Marianne Ames
Ondanks alle publiciteit rond de
diverse opgeknapte panden op de
Hoogstraat, is er één in betrekkelijke
stilte geheel in oorspronkelijke staat
terug gebracht. En nog wel op een
prominente locatie, aan de kop van
de Koemarkt/hoek Lange Haven.
Het voormalige bankfiliaal van ABN
en makelaarskantoor staat er weer
net zo fraai bij als het gebouw in de
tweede helft van de negentiende
eeuw werd opgeleverd.
Het tamelijk duistere interieur is zelfs in een lichte
kantoorruimte veranderd, waarbij soberheid over
heerst. Het is een omgeving die recht doet aan de
oprichter van de Stichting De Groot Fonds, de eige
naar van het pand Koemarkt 4 ab/Lange Haven 2.
Ruim 56 jaar na oprichting beschikt het De Groot
Fonds eindelijk over een eigen plek. Met de inge
bruikname vorig jaar van het historische pand slaat
de organisatie enigszins een nieuwe weg in. Hoewel
directeur Luuk Ruys dat zelf als 'een kleine bocht'
omschrijft. "We hoeven niet persé de Telegraaf te
halen, maar de gemeenschap mag best weten dat
het fonds bestaat. Doordat we nu de aandacht
vragen, melden zich wellicht ook mensen met goede
ideeën."
Opknapbeurt binnenstad
Bescheidenheid overheerst, al is het bestuur stille
tjes ook trots op het vernieuwde pand. "Wanneer
je Schiedam binnenrijdt bij de 's Gravelandseweg
zie je direct een molen. Dat stuk is de laatste tijd
enorm verbeterd. Maar de entree aan deze kant van
het centrum, naast de brug, zag er slecht onder
houden uit. Dit pand was geen visitekaartje meer
voor Schiedam. Met de restauratie ervan draagt
het De Groot Fonds een steentje bij aan de flinke
opknapbeurt van de binnenstad én met eigen geld!"
Luuk Ruys zou een man zijn naar het hart van de
grondlegger van het fonds.
Rustig, op de achtergrond opererend, stuurt hij
zo'n 2,5 dag per week de organisatie aan. Na het
plotselinge overlijden van de vorige directeur Jan
Hagenaar in augustus 2012 was Luuk Ruys bereid
het roer over te nemen. "We zaten opeens met een
vacature. Ik woon dichtbij en heb gevoel voor de
doelen waarmee we bezig zijn en niet onbelangrijk
- met het beheren van geld. Het directeurschap is
ook een mooie invulling van mijn tijd als gepensi
oneerd financieel adviseur. Saillant detail is dat ik
vroeger vaak aan de vragende kant van de tafel zat,
als bestuurslid van een muziekschool en nu dus de
andere kant als subsidiegever meemaak. Overigens
heb ik namens de muziekschool nooit een subsidie
Bij de lintjesregen van 1958 werd Alewijn de Groot
benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Toenmalige burgemeester J.W. Peek speldde de
onderscheiding op.
16
Scyedam jaargang 39 nr. I