Een Landheer aan de Lange Haven
Antoine Lagrouw
Wie een oud pand bewoont zal zich
ongetwijfeld wel eens afvragen wie
er allemaal hebben gewoond en
welke bedrijvigheden er hebben
plaatsgevonden. Vaak speelt toeval
een rol om zicht op een deel van een
legpuzzel te krijgen. Zo was ik aan
het rommelen op de zolder van Lan
ge Haven nr. 68 toen uit een kier van
het dakbeschot een stukje opgerold
krantenpapier te voorschijn kwam.
Voorzichtig ontvouwde ik het en tot
mijn verbazing las ik een krantenbe
richt uit de Schiedamsche Courant
van 1902 dat een zekere Landheer
een Hinderwetvergunning aanvroeg
voor het oprichten van een koffiema-
lerij op de bovengenoemde locatie.
Nieuwsgierigheid was gewekt: Wie
was die Landheer?
Het bleek om Jan Landheer te gaan, geboren op 9
februari 1865 te Delft. Zijn vader, Hugo Landheer,
was griffier der gemeentesecretarie te Delft en tevens
secretaris-penningmeester van de Hollandse Maat
schappij van Landbouw. Een organisatie van agra
riërs in Zuid- en Noord Holland, die in 1847 werd
opgericht. Levens- en genotsmiddelen moeten al
vroeg een rol in het leven van Jan gespeeld hebben.
Het feit, dat zijn oom Hendrik een sigarenwinkel
had in zijn woonplaats Delft, in die dagen een
belangrijke sigarenstad in Nederland, leidde ertoe
dat de jonge Landheer in de leer ging in een fabriek
van tabak, koffie en thee. Na afronding van de
opleiding tabaksverkoper vertrok hij naar Schiedam.
Jan Landheer kwam in een tijd naar Schiedam dat
het 25069 inwoners telde. Nederland en dus ook
Schiedam was vol in beweging: grote vlucht van het
onderwijs, zelfbewustzijn van de arbeidersklasse, de
Scyedam jaargang 39 nr. 1