zijn afgesloten door hagen die de tuin afsluiten. Wel
zijn in de hagen doorkijken opgenomen, die een
doorzicht bieden in het omliggende landschap. Op
deze wijze wordt het omliggende boerenlandschap
betrokken bij de formele aanleg van de tuin. Rond
de tuin, hoog boven de hagen steken de bomen langs
de dijk langs de poldervaart uit.
De tuinen direct rond het huis hebben spectaculaire
hoge hagen, voorzien van doorkijken, doorgangen
en berceaus (loofgangen). Deze tuin wordt omgeven
door grachten en singels. Het ware spektakel vindt
echter aan de achterzijde plaats. Ook hier is een
duidelijke relatie met het huis zichtbaar. De erker
kamer is het punt van waaruit een brede zichtlijn
naar achteren vertrekt richting de achtertuin. Deze
achtertuin ligt op een rechthoekig eiland is en is
geheel omgracht. Twee symmetrisch in de richting
van zijassen geplaatste bruggen verbinden beide
tuinen. Deze bruggen zijn voorzien van zitjes. Op
de hoofdas wordt door het doorzetten van een 'grid'
van piramidaal gesnoeide vormbomen continuïteit
tussen beide tuinen gesuggereerd. Beide tuindelen
vormen zo een eenheid, ondanks de letterlijke water
scheiding. In de achtertuin wordt de middenas met
een spiegelvijver in de vorm van een steelpan geac
centueerd en direct ook beëindigd. Vanaf het terras
bij het huis wordt de as van deze vijver geflankeerd
Cornells Pronk, Spieringshoek, ca. 1740. Zicht op de singel die beide tuindelen van elkaar scheidt. De singel is
voorzien van twee bruggen, zodat de symmetrische aanleg gehandhaafd kan blijven. Ter plaatse van de middenas
zijn beelden te zien, die een cascade lijken te flankeren. Tegelijkertijd biedt de tekening een goed beeld van het
onderhoud dat een dergelijke tuin moest krijgen: rechts zijn de tuinlieden de haag aan het snoeien. (Rijksprenten
kabinet, Amsterdam RP-T-2008-108)
23) neemt in zeker niet zonder reden aan dat hier de moes- en
fruittuinen zullen zijn geweest, waarbij de hoge hagen de tere
planten voor windval moesten beschermen.
Scyedam jaargang 39 nr. 3
83