door twee liggende sculpturen van stroomgoden.
Achterin is een droge cascade aanwezig met een
beeldhouwwerk bestaande uit drie putti die met
een net in de weer zijn. Laatstgenoemd beeldhouw
werk diende vanaf de omgaande singel bewonderd
te worden. Vergelijkbare sculptuur is ook van tuinen
langs Vecht of Amstel bekend, maar deze was daar
meestal gericht naar de op het water passerende
schepen. De beelden waren zo haast letterlijk een
uithangbord van de rijkdom van de achterliggende
tuinen. Bij Spieringshoek was de beleving van deze
beeldengroep veel intiemer, want alleen bezoekers
van de tuin konden het zien.
De borders in de achtertuin zijn omgeven door lage
geschoren hagen, met op regelmatige afstand hoge
vormbomen in diverse vormen. In de parterres staan
minder rechtlijnig gesnoeide boompjes, mogelijk
fruitbomen. Verder zijn langs de hoofdas ook kuip-
planten afgebeeld, wat de aanwezigheid van een
oranjerie verondersteld. Om de tuin loopt een singel
met bomen en hagen. Deze singel biedt een scha
duwrijke wandeling om het huis de kans om de tuin
van buiten te bekijken, maar zet tegelijk de zicht-
assen dicht. In de hoek van de omlopende singel,
richting de oprijlaan, is een koepel aanwezig.
Spieringshoek na 1750
De tekeningen van Pronk laten Spieringshoek op het
hoogtepunt van zijn overdaad zien. Het zal duidelijk
zijn dat deze opzet met al zijn vormsnoei zeer veel
onderhoud vergde en daardoor erg kostbaar was. Op
de prenten zijn diverse tuiniers zichtbaar, benodigd
om de vormen vast te houden. Op de kaart die Rutger
van Bol'es tekent in 1770 staan de tuinen ook afge
beeld, maar lijken ze sterk vereenvoudigd. Dit past in
een algehele ontwikkeling in deze periode. Na 1750
ontstond er kritiek op de uitbundige pronkzucht
die als on-Hollands en als 'Frans' werden weggezet.
In de architectuur en de tuinkunst leidde dit in de
daarop volgende decennia tot een letterlijke kaalslag:
rijk bewerkte geveltoppen werden door rechte lijsten
vervangen en beeldhouwwerk, prielen en fonteinen
werden uit de tuinen verwijderd. De afkomende
ornamenten werden door opkopers opgekocht. In
Amsterdam luisterde een groot opkoper van deze
tuinsierraden naar de bijzonder passende achternaam
'Kaal'.'0'
Ook Spieringshoek onderging een metamorfose. De
kaart van Rutger van Bol'es suggereert al een vereen
voudiging, maar op de kaart behorend bij de kadas
trale opmeting van 1811-1832 is helemaal een duide
lijke aanpassing te zien van de uitnaanleg, waarbij de
waterwegen vergraven zijn tot grillige vijvers, passen
bij een aanleg in een meer landschappelijke stijl. Deze
aanpassing maakt ook duidelijk dat de eigenaren
Spieringshoek hadden aangepast aan de nieuwe tijd,
waarbij een meer landschappelijke stijl meer werd
gewaardeerd. De aanpassingen werden echter niet
alleen door de nieuwe mode ingegeven: het is bijvoor
beeld opvallend dat in onderhoud dure elementen,
zoals de bruggen, geheel zijn verwijderd. Een brug
10) Vermelding in R. Meischke e.a„ Huizen in Nederland,
Amsterdam, Zwolle 2001.
Npiri iiuil !!t>*L
S J
t
V
Lil
Kadastrale minuut 1811-1832 (www.watwaswaar.
nl). Op deze kaart zijn goed de boerderij en andere
bijgebouwen ten zuiden van de singel rond de
tuin te zien. De achtertuin is vergraven en kent een
serpentinevormige vijverpartij, die in directe verbin
ding staat met het water van de singel.
84
Scyedam jaargang 39 nr. 3