steund door de beschikbare foto's van de voorgevel
van dit zeer brede pand, dat ter plekke van twee
percelen is neergezet. Mogelijk betreft het deels een
verbouwing van bestaande gebouwen, want al op
de kaart van Rutger van Bol'es uit 1770 staat een
dubbelpand met een grote achtertuin die reikt tot aan
de Westmolenstraat afgebeeld. Dit pand is in 1780
door Johannes Nolet in compagnonschap gekocht
met zijn broer Cornelis en Matheus Schut. Op het
achterterrein werden branderijen gebouwd. In 1790
verwerft Johannes Nolet het volledig eigendom van
de panden aan de Korte Haven.
Het pand dat Johannes Nolet bouwde heeft een
voor Giudici kenmerkende opzet en gaat terug op de
gevelschema's die de architect vanaf de jaren tachtig
van de achttiende eeuw toepaste. Het hoofdhuis
heeft vijf brede vensterassen, waarbij de middelste
vensteras geheel is voorzien van een natuurstenen
bekleding. De onderste zone steekt daarbij breed uit
en heeft een zeer forse deurpartij onder een rond
boog. De gevelbehandeling van dit entreeportaal
is door zijn bossering zeer dynamisch. De entree
wordt aan de bovenzijde door beëindigd door een
kroonlijst, zonder toevoeging van een architraaf of
fries. Dat is voor deze tijd zeer modieus. De kroon
lijst wordt wel door twee consoles ondersteund. In
vergelijking met de ruige, schaduwrijke entreeom
lijsting, is de gevelbehandeling van de bovenlig
gende vensters juist heel strak en verfijnd. Door dit
contrast spreekt de architectuur van de entree des
te meer. De gevel wordt aan beide zijden beëindigd
door gebosseerde lisenen, die we kennen van de vleu-
104
Scyedam jaargang 39 nr. 3