ring (1663-1745), veertigraad en burgemeester van Delft en bewindhebber van de Delftse kamer van de Verenigde Oostindische Compagnie.3' De aankoop van hofsteden en ambachtsheerlijkheden is in deze periode zeer gebruikelijk voor personen uit de patricische kringen in de Hollandse stadsbesturen. Door aanschaf van dergelijke goederen, konden deze hooggeplaatste burgerlieden zich tooien met (pseudo) adellijke titels. De naam 'Spieringshoek' maakte deze hofstad voor Cornelis Spiering vanzelfsprekend extra interessant. De wat decentrale ligging van de 'hofstad, grachten, cingelen, boomgaard, lane',4' met zijn landerijen - niet direct in de buurt van andere voorname buitenhuizen en -plaatsen - zal zeker niet voor iedereen aantrekkelijk geweest zijn. Over water was het huis wel goed bereikbaar vanuit Delft: het lag namelijk pal aan de Poldervaart. Via de Schie kon de familie Spiering dus eenvoudig per schip naar het huis komen en over de langs de waterwegen gelegen dijkwegen ook per koets. Na zijn aanschaf gebruikten Cornelis en zijn doch ters, vast met grote trots, het bijvoegsel 'van Spie ringshoek' bij hun achternaam. Rond 1720 schildert Nicolaas Verkolje Cornelis Spiering van Spierings hoek en een vrouwelijk familielid met op de achter- 3| C. Hoek, 'het Huis te Spieringshoek'. Rotterdams Jaarboekje 1963, p. 225-237. 4) f. Hoek, 'het Huis te Spieringshoek', Rotterdams Jaarboekje FW Scyedam jaargang 39 nr. 3 1963, p. 234. 77 Cornelis Pronk, Spieringshoek, ca. 1740. Beeld van het voorplein van de hofstad. Opvallend is de vormsnoei en de hoge hagen die het voorplein omgeven. Ook is er duidelijk hoogteverschil te bemerken in het terrein, waarbij het huis verhoogd staat en het voorplein daartoe oploopt. Aan de achterzijde is een fraai doorzicht door de afslui tende haag, waarin grazende koeien zichtbaar zijn. (Rijksprentenkabinet, Amsterdam RP-T-2008-105)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2013 | | pagina 5