architectuur zelf vertoont aanwijzingen, dat het een verbouwd huis betreft. De veelzijdige dakkoepel past bijvoorbeeld in zijn vormgeving niet direct bij de classicistische gevelarchitectuur. Opmerkelijk zijn ook de beide hoog opgemetselde schoorstenen, met kappen die aansluiten bij de vorm van het dak van de koepel. Mogelijk werd het pand uitgebreid met twee vleugels, waarbij bestaande schoorstenen aan de oude buitengevels hoger werden opgemetseld. In dezelfde verbouwing werd het huis dan voorzien van de dakkoepel of 'belvedère'. De achtergevel is, in tegenstelling tot de voorgevel, gepleisterd.6' Dit is duidelijk zichtbaar op het vrouwsportret, dat als pendant van het portret van Cornelis Spiering van Spieringhoek dient. Dit kan duiden op een nood zaak om oneffenheden in metselwerk aan het zicht te onttrekken, bijvoorbeeld omdat ouder muurwerk werd geïncorporeerd of muurwerk voor een verbou wing werd uitgebroken. De driezijdige erker kan heel goed een latere toevoeging zijn. Een doorbraak en toevoeging midden in de gevel kan de bepleistering goed verklaren. In de voorgevel hoefde een verbou wing niet tot 'problemen' met aansluitingen in nieuw en bestaand metselwerk te leiden: de lisenen kunnen die overgang eenvoudig maskeren. Schriftelijk zijn er aanwijzingen dat er in de eerste helft van de achttiende eeuw flink aan het woon huis werd verbouwd. Bij zijn overlijden liet Cornelis Spiering de hofstad na aan zijn kleinzoon Franc van der Burch (1725-1764), de zoon van zijn dochter Geertruyd Anna Spiering van Spieringshoek (1695- 1738) en Reyer van der Burch (1685-1739). De familietak van de Spieringen stierf met hem uit en de naam Spieringshoek werd voortaan door de familie Van der Burch gedragen. Op die wijze bleef de familienaam op afgeleide wijze toch bestaan. In het testament wordt bepaald dat Franc van der Burch de 8000 gulden in de erfenis moet inbrengen. Dit bedrag had zijn vader ontvangen 'tot de nieuwe timmeragie, melioratie en verbeteringe, en anders, van, op en aan de voors Hofstad en Huysinge van Spieringshoek'.7' Dit wijst er zeker op dat het huis al langere tijd in gebruik was genomen door het gezin Van der Burch-Spiering én dat zij verbouwingen hadden doorgevoerd. Een en ander leidt tot de propositie dat Cornelis Spiering een vijfassig woonhuis bouwde op zijn pas verworven bezit in Spieringshoek, geheel in de op dat moment modieuze vormentaal van het Hollands classicisme. Zijn dochter en schoonzoon hebben het dan uitgebreid en verfraaid met de dakkoepel en de erker. Vanzelfsprekend is een dergelijke these nooit te bewijzen en feitelijk maakt het ook niet uit: het huis Spieringshoek was duidelijk een geliefd object voor de familie. Alle leden ontleenden aan het bezit status en dit leidde duurzame investering in uiter lijke verfraaiing. 7) C. Hoek, 'het Huis te Spieringshoek'. Rotterdams Jaarboekje 1963, p. 234. Detail van de middenas van kasteel Slot Zeist, gebouwd tussen 1677 en 1686 naar ontwerp van Jacob Roman (1640-1716). 80 Scyedam jaargang 39 nr. 3

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2013 | | pagina 8