Die Molen die wieck in de wind...
Hans van Broekhoven
Molens hebben de burgers van Schie
dam al eeuwen beroerd. Maar één en
ander ging niet zonder slag of stoot.
Waar vandaag de dag molen de Nolet
de gemoederen bezighoudt, was dat
eind 18e eeuw niet anders. Al in 1 780
protesteerden omwonenden tegen de
plannen voor bouw van een wit- en
snuifmolen 'De Morgenzon' aan de
Hoofdstraat bij de buitensluis. Toen in
1786 de eigenaren de snuifmolen wil
den ombouwen tot een geluidruchtige
trasmolen, gaf dat een hoop commo
tie.
Het begint eigenlijk allemaal rond augustus 1779, als
ene Arend Klos, plateelschilder uit Delft een verzoek
indient bij gemeente Schiedam om een aardewerk
en plateelfabriek te starten. Hij beweert een uniek
procédé te hebben ontwikkeld, dat de kwaliteit van
het Delftse aardewerk ver te boven gaat. Wel vraagt
hij enige medewerking van de gemeente, namelijk
door het gratis ter beschikking stellen van een stuk
stadsgrond bij de Hoofdbrug om zijn fabriek op te
richten. Klos was echter onvoldoende vermogend
om de onderneming te bekostigen en zocht en vond
steun bij enkele rijke notabelen, waaronder de hoog
geachte heer Bernard Johan Pielat van Bulderen,
secretaris van de stad Schiedam.
Wit- en snuifmolen
Op 20 december 1779 dienen twee zakenlui, te weten
Willem van Olphen en Abraham van der Velden een
verzoek in bij het gemeentebestuur om een wit- en
snuifmolen op te richten, eerstens ten behoeve van
wit of verglaasd, benodigd voor de aardewerkfabriek
en ten tweede voor de fabricage van snuiftabak,
waar destijds vrij veel vraag naar was. Als locatie
denken ze aan ergens zo dicht mogelijk in de buurt
van de aardewerkfabriek en zo dicht mogelijk bij de
stadsgrachten. De nieuwe nijverheid zou een hoop
banen opleveren en daar kon het gemeentebestuur
toch niet tegen zijn. Het enige wat de aanvragers van
de gemeente verlangden was het om niet, dus gratis
ter beschikking stellen van een stuk stadsgrond.
Hadden we deze truc niet al eerder gezien bij de
aardewerkfabriek? Ja, dat klopt en wat ook klopt is
dat de weledele heer Pielat van Bulderen bij beide
ondernemingen betrokken was. Of hij vanuit zijn
positie als secretaris her en der een duwtje kon geven
aan positieve besluitvorming is niet bekend. Dat het
wel een beetje ruikt naar belangenverstrengeling is
iets dat zeker is. De heren vroegen zelfs een concessie
op alleenrecht om de molen te mogen exploiteren
gedurende maar liefst 20 jaar.
Bezwaar
Toen de heren Gerrit Visser, Abraham Obijn, Jan
van Capel en Frans Kerdel lucht kregen van de wilde
De Noletmolen. (Foto: auteur)
Scyedam jaargang 39 nr. 4
137