plannen dienden ze terstond en wel op 27 december 1779 een bezwaarschrift in. Gerrit Visser had immers pas een branderij gebouwd op het terrein van het voormalige landhuis Belle-Vue, op de plek waar nu de firma Nolet is gevestigd. De molen was gepland bij de oude buitensluis en meer precies tussen de oude sluis en zijn branderij in en alhoewel een molen op zich de bezwaarmakers niet zo kon schelen, zetten ze wel kanttekeningen bij die specifieke locatie. Die plek was toch niet wenselijk om een snuifmolen te bouwen omdat een snuifmolen toch een ondraaglijk geluid en gedruis maakt, hetgeen niet bevordelijk was voor het welzijn van de omwonenden. Het zou niet alleen zeer hinderlijk en ondraaglijk zijn, maar het zou ook de kostbare gebouwen in waarde doen dalen. Meestal werden snuifmolens toch buiten de stad langs wegen en kaden gebouwd en in geen enkele andere stad werden ze toegelaten. Reden voor de ondertekenaars om bezwaar aan te tekenen tegen een molen op precies die plek. Om snuif te produceren worden namelijk zogeheten karotten (bundels gedroogde en gesausde tabaks bladeren) uit elkaar getrokken en in ronddraaiende tonnen door daarin stampende hakmessen fijn gehakt. Dit kon dus nog weieens een flink kabaal maken. Edoch tevergeefs, want het gemeentebestuur van Schiedam besloot op 25 januari 1780 in weerwil van de bezwaren om toch toestemming te geven voor de bouw van de molen, die de naam kreeg 'De Morgenzon'. De Morgenzon Voor de heer Bernard Johan Pielat van Bulderen, destijds een gewaardeerd heer in Schiedam, verze kerde Jan Loopuyt via de Amsterdamse Brandverze keringsmaatschappij de snuifmolen 'De Morgenzon' (1780-1810) getaxeerd op 8.000 gulden. Van de firma Loopuyt is een omvangrijk archief bewaard gebleven. In de polissen, die beginnen in 1795 en jaarlijks werden verlengd tot 1805 is te lezen dat de Morgenzon een houten achtkantige molen was op een vierkante voet van steen met aan de Maaszijde een stenen koepel. De molen was 67 voet hoog (ca 20 m) en bij de voet ca 10 meter en gelegen aan de havenkant, dicht bij de rivier de Maas. En wat weten we nog meer van de Morgenzon? Nicolaas Struijck was blijkbaar de molenaar en bewoner van de Morgenzon want rond 1781 dient hij een verzoek in bij gemeente Schiedam om de schoorsteen, staand in de voorkamer aan de zuidzijde van de molen 15 tot 18 duim (35-45 cm) naar buiten te plaatsen en te laten uitsteken. Dit vanwege de ondragelijke last die hij heeft van de rook en vanwege brandgevaar. Verder weten we uit de notulen van de gemeenteraad van 25 januari 1780 dat de snuifmolen was gelegen recht tegenover het huis van Frans Kerdel. Hij had dit huis overigens in 1776 gekocht van de echtgenoot van Elizabeth Voogd, kapitein der zee Simonides Loopuyt. Trasmolen Gezien het feit dat de aardewerkfabriek inmiddels ter ziele was gegaan, diende Bernard Johan Pielat van Bulderen Co op 16 januari 1786 een verzoek in bij het gemeentebestuur om het witwerk in 'De Morgenzon' te mogen omzetten in een zogeheten traswerk voor het maken van tras ten behoeve van B. Johan Pielat van Bulderen. (Foto van een teke ning; foto van J.F.H. Roovers). 138 Scyedam jaargang 39 nr. 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2013 | | pagina 26