Persoonlijk karakter aan de geschiedenis via nieuw ontdekte Schiedamse dagboeken
Maarten Boelhouwers
De Gusto. Spreek de twee woorden
uit in de nabijheid van de wat oudere
Schiedammer en ze doen een hoop stof
opwaaien. Het verhaal van de opkomst
en ondergang van het bedrijf geeft
een groot inzicht in het Schiedam uit
die tijd, maar is een reeds bekend ver
haal. Dankzij de vondst van een serie
dagboeken, waarin de schrijver zijn
werkzaamheden noteert en omschrijft
voor de werf Gusto in de jaren 1944
tot en met 1966, kan echter een per
soonlijk inzicht verkregen worden in
de tijd dat Schiedam bekend stond om
haar scheepswerven.
De scheepsbouw heeft zon tachtig jaar Schiedam
een gezicht gegeven. De kranen, boortorens en
schepen in aanbouw waren van verre boven de
daken te zien. Vele Schiedammers waren werkzaam
voor de werven, lid van een aan de werven gelieerde
vereniging, zoals een sport- of muziekvereniging, of
familie van een bij de werven werkzaam persoon.
De jongere Schiedammer, zoals de schrijver van
dit stuk, kent de Gusto en Wilton-Fijenoord alleen
van verhalen, maar een duik in de geschiedenis van
Schiedam toont al snel aan hoe belangrijk deze
werven zijn geweest voor de stad.
Een onderdeel van mijn stage voor het gemeentear
chief Schiedam was het onderzoek naar de identi
teit van een onbekende schrijver van tweeënveertig
dagboeken, afkomstig van de werf Gusto. Één blik
in een willekeurig dagboek maakt meteen duide
lijk dat het om een werknemer van de Gusto gaat.
De dagboeken behandelen de periode 1944 tot en
met 1966, maar na 1945 missen er enkele delen.
De boeken vervatten vervolgens het verhaal van de
werkzaamheden van de man voor de werf weer in
het jaar 1950. De opkomst en uiteindelijke onder
gang van de werf komen dus niet aan bod in deze
werken, maar een stukje van de uiterst interessante
oorlogsperiode wordt wel behandeld.
Tijdens het inventariseren van de boeken worden
er enkele losse stukken gevonden. Deze zijn door
gaans tussen de kaft en de voorste of achterste
pagina geplaatst. De vondst van enkele pasfoto's uit
de jaren zestig toont aan dat het om een reeds op
leeftijd zijnde man gaat, mochten deze foto's van de
schrijver zijn. Een handgeschreven brief gevonden
in een ander dagboek is ondertekend met de naam
Braad. Deze naam komt later nog een keer terug
in de binnenkant van een kaft. Enkele uitgeknipte
krantenartikelen uit de jaren zestig duiden er op dat
de man betrokken was bij de zoektocht naar een
waardige vervanger. De andere uitgeknipte kran
tenartikelen lijken een uiting van trots te zijn. De
artikelen bejubelen het werk van de werf Gusto.
Deze artikelen geven echter niets weg over de iden
titeit van de schrijver. De binnenkant van de kaft
van meerdere boeken geven meerdere namen prijs,
waardoor het maar de vraag is of Braad daadwerke
lijk de schrijver is.
De meeste boeken hebben op de beginpagina een
vermelding van de in het werk beschreven maanden
Werken voor Gusto
50
Scyedam jaargang 40 nr. 2