therapie. Het dagboek van Braad vermeldt elke dag
het volgende: Banken en gereedschappen ingevet.
Dit begint op twaalf december 1944. Uiteindelijk
zijn Braad en de resterende werklui noodkachels
gaan maken in maart 1945. De kou heeft Nederland
dan niet meer in zijn greep,maar er is nog steeds een
gebrek aan brandbare materialen waardoor bijvoor
beeld koken een probleem wordt. Het is mogelijk dat
deze kachels als alternatief kooktoestel dienden.
Één klus wordt wel verricht in het begin van 1945.
De firma Goris, een industriële wasserij gelegen aan
de Lange Haven, bestelt een stoommachine. Een
kraan op de werf wordt hiervoor gedemonteerd op
verzoek van meneer Van Schelven en op orde van
meneer Simons. Dit vindt plaats op 16 januari, maar
de verzending wordt pas verricht op 17 februari. Pas
op 13 maart wordt er weer melding gemaakt over
de werkzaamheden voor Goris. Braad krijgt dan van
meneer Simons de opdracht om de machine bedrijfs
klaar te maken. De daarop volgende dagen wordt
hier aangewerkt, maar er doen zich enkele problemen
voor. Het eerste probleem is dat er een regulateur
nodig is om de stoommachine te kunnen laten func
tioneren, maar er zijn geen regulateurs voorhanden.
Simons improviseert en besluit uiteindelijk dat de
regulateur uit de kleine compound machine op de
werf Gusto gehaald kan worden. Dit vergt enkele
dagen aan arbeid, waarna het volgende probleem
zich voor doet. De wasserij Goris heeft een nieuwe
fundering nodig waarop de machine kan komen te
staan. Echter is er te weinig stroom waardoor deze
order niet uitgevoerd kan worden. Tevens is er een
grotere riemschijf nodig voor de machine van Goris
en een wisselstroom dynamo. Al deze problemen
worden verholpen door de nog aanwezige machines
op de werf te kannibaliseren. Uiteindelijk struikelen
Braad en Simons bijna over uitbestede werkzaam
heden aan Wilton-Fijenoord. Deze zijn dusdanig
traag met de levering dat Nederland wordt bevrijd
voordat Wilton-Fijenoord het afkrijgt. Het gehele
project in wasserij Goris wordt kort na de bevrijding
opgeleverd.
Opmerkelijk is de neutrale toon vlak voor, op en na
5 mei. De woorden van de heer Braad uiten geen
vreugde, maar blijven strikt zakelijk. Dit insinueert
echter niet dat de heer Braad er foute sympathieën
op nahield. Zijn vrouw, de moeder van zijn kind, is
recent overleden en waar het een ommekeer voor de
meesten zal zijn geweest, kan het voor de heer Braad
aangevoeld hebben als iets wat te laat is gekomen.
Omdat er geen persoonlijk inzicht wordt gegeven,
maar slechts een uiterst feitelijke en zakelijke repre
sentatie van de dagelijkse realiteit, is het lastig om hier
een oordeel over te vellen. De enkele keer dat Braad
een mening geeft is op 9 mei. Hij neemt de inven
taris op en merkt dat het aantal riemen niet klopt.
Hij schrijft dat de Duitse wacht deze moeten hebben
verkocht of geruild. Een andere leuke vermelding op
deze dag is het volgende: "er wordt nog steeds op
de Canadezen gewacht in Schiedam". Braad heeft
zijn dagen niet op de Koemarkt doorgebracht zoals
vele andere Schiedammers, maar de komst van de
Canadezen heeft ook hem bezig gehouden.
De dagboeken van Braad werpen jammer genoeg
geen nieuw licht op de geschiedenis van de werf
Gusto ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Zijn
contact met de Duitsers blijft beperkt tot lagere
officieren, zoals Goroscheroski, en in de jaren 1944
en 1945 werd er niet meer gewerkt aan noemens
waardig oorlogsmateriaal, zoals de motorboten die
in de eerste jaren van de oorlog zijn afgebouwd voor
de Duitsers. Hierdoor is de informatie die gegeven
wordt over de dagelijkse werkzaamheden enigszins
teleurstellend. Misschien is dit echter de verkeerde
benadering. De dagboeken schetsen een beeld van
een man die probeert te overleven. En niet alleen
hij, maar ook zijn omgeving. Er wordt samenge
werkt door de mensen op en rondom de werf, en
op momenten doen zelfs de Duitsers mee. De bitter-
harde realiteit van de laatste oorlogsmaanden brengt
naar voren wat de oorlog voor de meesten moet zijn
geweest: een tijd van overleven. Enkele personen
zullen ongetwijfeld hebben geprofiteerd van de
situatie, maar prettig zal deze tijd voor de doorsnee
werknemers van de werf Gusto niet zijn geweest.
Scyedam jaargang 40 nr. 2
53