heeft mijn vader zich verdronken. Wij waren heel wat jaren porder. Dat beroep bestaat natuurlijk al lang niet meer. Mijn vader ging om half één des nachts de vier of vijf bakkers wekken. Daarna ging mijn moeder de branders wekken. Die hadden een werkdag die om 2 uur des nachts begon en om 4 of 5 uur des middags eindigde. Ik moest ook meehelpen. Dat porren was geen loondienst, maar een abonne ment. Per adres leverde het tien cent per week op. Daar hadden we een royaal inkomen mee. Lach niet, ik meende het. We hadden een paar honderd abonnees. Niemand weet meer, dat bijvoorbeeld een pomper de hele dag een slinger liep te duwen en daarmee zes gulden per week verdiende.". Bij de marine Na de lagere school kwam Arie Tazelaar bij een hoef smid te werken. Dat beviel hem niet. Hij wilde naar zee en meldde zich op veertienjarige leeftijd bij de marine. Omdat zijn vader inmiddels was overleden, tekende zijn moeder voor hem. Na zijn opleiding op de kweekschool in Leiden en daarna in Amsterdam voer hij als matroos bij de marine onder meer naar de Canarische eilanden en naar Indië, waar hij in totaal drie en een half jaar geweest is (het was nog de tijd van de Atjeh-oorlog). Terug in Nederland, met verlof, trok hij in bij zijn zus in Haarlem. Zij sympathiseerde met de dienstwei geringsbeweging en nam hem mee naar een avond waar dominee N.J.C. Schermerhorn11, overtuigd propagandist voor dienstweigering, sprak over de destijds geruchtmakende dienstweigering door Jan P. Terwey. Deze was op 29 december 1903 door de krijgsraad te Haarlem tot drie maanden gevangenis straf veroordeeld en op 28 maart 1904 nog eens tot vijf maanden. Schermerhorn inspireerde Tazelaar zodanig dat ook hij tot dienstweigering besloot. Hij bleef na zijn verlofperiode weg. De politie kwam hem ophalen en bracht hem aan boord. Tazelaar die in burgerkleding was, weigerde een uniform aan te trekken. Daarop kreeg hij arrest. Hij werd ondergebracht in een kajuit en kreeg om te voorkomen dat hij weg zou lopen een stang van anderhalve meter aan zijn voet. Van 29 april tot 9 mei 1904 lag hij zo dag en nacht in de kajuit met een schildwacht voor de geopende deur. Daarna kwam hij voor de krijgsraad in Helle- voetsluis. Tazelaar bleef bij zijn opvatting: "Ik wil niet langer meer worden afgericht tot mensen moordenaar.". Eind mei werd hij tot vier maanden cel veroordeeld, 7 oktober daaropvolgend nog eens tot negen maanden nadat hij, vrijgekomen van de N.J.C. Schermerhorn. (Foto in bezit van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam. Bron: BG B3/701 (rasterfoto), De Nederlandse arbeidersbeweging tot 1918, IISG, Amsterdam) I) Schermerhorn, een invloedrijk anarchistisch en antimilitaris tisch predikant, werd geboren te Avenhorn op I december 1866 en overleed te Apeldoorn op 23 maart 1956. Hij was de zoon van Evert Schermerhorn Wzn., hoofdonderwijzer, en Margaretha Jacoba Boon. Op 28 juli 1892 trad hij in het huwelijk met Anna Catharina Lulofs, met wie hij een dochter en een zoon kreeg. Hij groeide op in Scharwoude in een vrijzinnig milieu dat amper standsverschillen kende. Hij studeerde theologie in Leiden en was daarna vrijzinnig-hervormd predikant in Beets (1892-1896) en daarna tot 1929 Nieuwe Niedorp (na 1926 ook Oude Niedorp). Hij was een actief propagandist van militaire dienstweigering, eerst in de kop van Noord-Holland en later door heel Nederland, vaak samen met Domela Nieuwenhuis, oom van zijn vrouw. 62 Scyedam jaargang 40 nr. 2

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2014 | | pagina 26