hij een plan om ten oosten van de stad een grote
haven en aansluitend een verbinding met de Schie
te realiseren. (Zie het kaartje op de pagina 128).
Hiermee zou ook een ander nijpend probleem tot
oplossing komen. De grote watervervuiling. De
voorgestelde tachtig meter brede haven was haaks
op de rivier en daarom moeilijk toegankelijk, had de
ervaring in Rotterdam geleerd. Maar de raad vond
het veel te duur en wees het af. Men verweet zelfs de
burgemeester met dit plan zijn oud idee dat hij bij
zijn vorige gemeente niet kon realiseren, alsnog tot
uitvoering te willen brengen, want deze haven lag
geheel in de vroegere gemeente Mathenesse. Al bij de
voorgestelde annexatie van deze gemeente, waarvan
hij een groot voorstander was, had de burgermeester
harde aanvaringen met raadsleden gehad. Gedu
rende zijn hele burgermeesterschap stond hij op voet
van oorlog met een deel van de raad en zelfs met
enkele wethouders. Als hij wat meer tact had gehad
en wat minder zelfingenomen was geweest, dan was
Schiedam misschien een andere stad geworden.
Want hij had wel een vooruitziende blik. Hij zag
Rotterdam groeien met zijn haven en dacht aan
een samenvoeging van deze stad met Delfshaven
en Schiedam tot één grote waterweggemeente: een
wereldstad aan de Maas met voor Schiedam een
prominente rol. Hier kregen en krijgen nog altijd
sommige Schiedammers koude rillingen van.
Men begon ook over een waterleiding te praten. Maar
al spoedig bleek, dat een aantal branders wel aan een
soort waterleiding dacht, maar dan van ongefilterd
"vers" Maaswater en dan slechts leidend naar hun
eigen bedrijven! Een groot voorstander van de water
leiding was burgermeester Van Dijk van Mathenesse,
en dit gold als een van de weinige successen in zijn
lange periode als burgermeester. Want na veel gedoe
is er toch in 1886 een waterleiding gekomen, in het
voormalige Nieuw Mathenesse.
Deze heeft later plaats moeten maken voor de door
Rotterdam op geannexeerd terrein gestichte haven.
Zo ging deze stad, via het nog altijd bestaande
pompstation aan de Rotterdamse dijk, aan Schiedam
water leveren.
Plan Schotel
Een van de plannen om een behoorlijke doorstro
ming te krijgen was het plan van de Rotterrdamse
ingenieur J. Schotel. (1887) Dit behelsde een afvoer
kanaal vanaf de Schie naar de Maas, ten Westen
van de stad. (Zie het kaartje op pagina 128) Dit
hield ook in onteigeningen van woningen en grond.
Maar ook moesten er enkele duikers en bruggetjes
komen. Er zou dan ook een stoomgemaal en twee
hevelcentrifugaal pompen van ieder 100 m3/minuut
moeten komen die in normale omstandigheden het
water bijna twee meter moesten opvoeren, maar bij
sterke noord-noordwestenwind kon dit wel eens
meer dan drie meter worden. In hetzelfde gebouw
kon ook een kleinere pomp voor de afwatering van
de polder Nieuwland kunnen komen. Een onderdeel
van zijn plan een grote schutsluis in de Schie. Om te
voorkomen dat het vervuilde water het boezemwater
van de hoogheemraadschappen zou verontreinigen.
Er zouden twee schutkolken komen, waarvan de
grootste drie spoelingschuiten breed en zes lang zou
worden. De capaciteit zou zo groot zijn dat alles
slechts tien minuten oponthoud zou vergen, maar
"...hierbij is gerekend, dat alles geregeld gaat en de
schippers der spoelingschuiten medewerken om
storingen te voorkomen, hetgeen wel een weinig in
strijd met de natuur dier menschen schijnt te zijn.".
Min of meer los daarvan zou ook een stoomgemaal
in plaats van de watermolen voor de afwatering van
de polder Oud Mathenesse moeten komen. En de
inlaatcapaciteit van de duiker in de Frankelandse
dijk zou verdubbeld moeten worden. Een onderdeel
van zijn plan was ook om op het punt waar de aftak
king van de sloot naar Zijlstraat begon in de duiker
van Korte Haven-Vellevest er een soort bedienbare
verdeelstation kwam. Dit om het water te leiden
naar waar het meest nodig was. De inlaatduiker
was nog altijd afhankelijk van de toestemming van
Schieland, maar men hoopte op een soepele opstel
ling door de sluis in de Schie en het geprojecteerde
afvoerkanaal met gemaal. De reden dat Schotel het
afvoerkanaal niet in het oosten situeerde is dat daar
vlakbij juist daar de inlaat voor de nieuwe waterlei-
130
Scyedam jaargang 40 nr. 4