ding kwam. Maar nu kwam de afvoer dicht bij de
plaats waar de Poldervaart uitkomt in de Maas. En
juist de Poldervaart werd voor een andere grote stad
van veel belang.
De Poldervaart
De Poldervaart heeft altijd een belangrijke functie
gehad, maar is voor velen toch vrij onbekend
gebleven. Zij had een grote rol voor de ontginning
van het omringende veen gebied. Dit gebied kwam
na deze ontginning door inklinking 2 tot 2,5 m
beneden NAP te liggen, terwijl het boezem peil op
4 meter beneden NAP bleef. De vaart loopt in een
rechte lijn van een punt benoorden Overschie tot
aan Vijfsluizen, tussen Schiedam en Vlaardingen en
is zo'n 5,5 km lang. De ouderdom is lang onzeker
gebleven, maar wordt in een rapport uit 1966 van
C. Hoek gesteld op rond 1280. Dus in dezelfde tijd
dat de nieuwe dijken werden aangelegd en Schiedam
ontstond. Er waren vijf kleine 'dorpen': Vrijenban,
Hof van Delft, Berkel, Pijnacker en Kethel die via
de Poldervaart uitwaterden. En zij hadden ieder hun
eigen sluis bij de rivier: Vijfsluizen. Samenwerken
was er niet altijd bij! Maar in 1587 werden zij
vervangen door één sluis. Want, de vier overgebleven
sluizen waren alle 'seer vergaen en leckende'. Voor
heen liep het watertje de Hargh van Kethel naar de
rivier, maar na de aanleg van de Poldervaart kwam
deze daar op uit. Graaf Floris V wordt genoemd als
degene die de Poldervaart heeft laten aanleggen.
Een mogelijke reden is om het lastige Schiedam te
vermijden! Op zich is het een beetje verwonderlijk
dat zich hier geen bewoning heeft ontwikkeld en dat
voor zover bekend ook geen voorname scheepvaart
route is geworden.
Er was een groeiende behoefte om ook bij hoge
rivierwaterstanden de boezem te ontlasten van over
tollig water. In 1842 werd daarom al eens voorgesteld
om bij de Poldervaart een stoomgemaal te plaatsen.
Maar vier jaar later kwam iemand met een ander
plan: de bemaling met windmolens. Maar daarvan
moesten er dan wel negen komen! Na weer een
aantal jaren en een paar commissies verder werd dan
op 25 september 1864 Delflands eerste stoomgemaal
beproefd. Deze kreeg de naam van de zittende dijk
graaf: A. van der Goes van Naters. Het is een merk
waardige gewoonte van heemraadschappen om een
nieuw gemaal naar de zittende dijkgraaf te noemen.
In 1888 was er weer een nieuwe ontwikkeling van
Delfland. Want zoals alle steden had ook Den Haag
een groeiende behoefte om vervuild water af te voeren.
En daarin ging de Poldervaart een grote rol spelen.
Nu werd de mogelijkheid om schoon rivierwater in
bepaalde tijden in te laten zeer belangrijk. Er werd
een speciale aftakking van de Schie naar de Haagse
grachten gegraven en vervolgens leidde men via het
'Verversingkanaal' het vervuilde water af naar de
zee. Men sprak van een snelweg van het water. Maar
er waren toch diverse moeilijkheden. Dit betrof de
industrie in Delft die de Schie in toenemende mate
vervuilde en dit water kwam dan ook in het Haagse
grachten kwam. (En in Schiedam had men daar ook
last van). Het vervuilde water met de meegevoerde
vaste stoffen uit het Verversingskanaal kwam soms
ook op het strand terecht. Bovendien, de sluisdeuren
bij het stoomgemaal haperden nog wel eens. Maar
veel water dat via de Poldervaart werd aangevoerd
bereikte Den Haag niet eens. Want in plaats van
richting Den Haag te stromen, keerde het water via
Schiedam en via de Vlassluizen, in het centrum van
Rotterdam, terug naar de Maas. Deze sluis stond
wegens het belang van de scheepvaart bijna altijd
open. Had men dit niet voorzien? Of had men met
het Hoogheemraadschap Schieland en Rotterdam
te weinig afgestemd? Natuurlijk zocht men naarstig
naar oplossingen van dit lek. Van Schiedam werd
niet veel verwacht, nadat een plan om een extra
schutsluis volgens het Plan Schotel niet was door
gegaan. En om een sluis in de Schie bij de Doen-
kade (halverwege de Poldervaart en de Rotterdamse
Schie) te maken, daar was Rotterdam tegen, wegens
scheepvaartbelangen. Het lek werd pas gedicht na
1920. Een van de maatregelen was om het Schie-
Schiekanaal tussen de Rotterdamse Schie (dat liep
tot de Vlasmarktsluizen) en de Delfshavense Schie
te graven. De Delfshavense Schie kreeg een nieuwe
Scyedam jaargang 40 nr. 4
131