Fundatie van Renswoude Tollus deed zijn kennis van de classicistische archi tectuurtheorie zonder twijfel op via zijn vader, die was verbonden aan de Fundatie van Renswoude in Den Haag. Deze Fundaties, gevestigd in Den Haag, Delft en Utrecht, boden een opleiding aan burger lijke weesjongens in de 'libere konsten', hiertoe in staat gesteld door een legaat van de steenrijke Maria Duijst van Voorhout (1662-1754), vrijvrouwe van Renswoude.9' Op deze fundaties werd ook een bouwkundige en architecturale opleiding verzorgd, die zijn gelijke in Nederland niet kende. In 1801 werd Tollus toegelaten als landmeter en in die hoedanigheid maakte hij in 1806 een kaart van de bezittingen van Van Oosthuyse in Driebergen en Rijsenburg. Het kerkje in Rijsenburg is Tollus' eerste aantoonbare architectuuropdracht. Op het moment dat hij werkt aan zijn opdracht in Schiedam, was hij ook als architect betrokken bij de bouw van de Sint Willibrordus in Den Haag. Tollus wordt door zijn tijdgenoten beschreven als een heuse 'tempel bouwer', waarbij natuurlijk aan zijn classicistische kerkgebouwen werd gerefereerd. Vol trots en niet zonder enige overdrijving betoogden de katholieken over Tollus' nieuwe Schiedamse kerk dat het in omvang alle Rooms Katholieke kerken overtrof, welke sinds eeuwen, binnen de noordelijke afdeeling van dit Rijk..." waren gesticht. Het gebouw was een stuk groter dan de al genoemde kerken in Den Haag, Amsterdam en Rijsenburg. Het gebouw had dan ook grote invloed: diverse bouwmeesters kwamen dit 'grootsche werk' bezichtigen en bewonderen.10' Een deskundig ontwerper Tollus toont zich in zijn ontwerpen voor kerken deskundig in de classicistische architectuurtheorie. Zijn Sint Petrus Banden in Rijsenburg kreeg een monumentaal front door de toepassing van een peristyle"' met vrijstaande, gekoppelde Dorische zuilen. Dit element was in de Nederlandse archi tectuur op dat moment nog steeds uitzonderlijk. Schiedam kende een van de vroegste toepassingen in het Sint Jacobsgasthuis uit 1785 (ontworpen door Giudici). Tollus paste een dergelijke peristyle ook in zijn grote kerken in Schiedam en Den Haag toe. Bij de Sint Willibrorduskerk werden de zuilen echter in 1809 iksdienst 9) C. Gaemers, Nalatenschap als toekomst, de Fundaties van de Vrijvrouwe van Renswoude 1754-1810, Zutphen 2004, p. 10 10) G.A. Meijer, De Sint Janskerk te Schiedam 1824-1924, Schiedam 1924, p. 17. 11) Een peristilium of peristyle hof is een door zuilengalerijen omgeven niet-overdekte ruimte in of bij een gebouw. Het woord komt van het Griekse peristylos: 'met een zuilengang omgeven'. Bij oud-christelijke basilieken kwam het peristilium voor als de zuilen gang rondom de voorhof ('atrium' genoemd) die men betrad alvorens de kerk zelf binnen te gaan. Zo'n peristilium is bijvoor beeld nog bewaard bij de San Clemente in Rome. Scyedam jaargang 41 nr. I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2015 | | pagina 10