nige wier mondjes gaan als de pan op Vastenavond; die onder de katjes behoren welke men zonder hand schoenen niet kan aanvatten; die u laten opzitten en pootjes geven. Haakt gij naar huwelijksvreugd, ziet dan naar eer en deugd, waar geen schaamte is, is geen eer; en hij die met appelen vrijt, wordt met klokhuizen beloond. Wendt het op een anderen boeg: men zal wel eieren voor zijn geld kiezen; als het hennetje een nestei ziet, zal het wel leggen. Maar past dan op uw tellen; houdt vast wat gij hebt; wie de koe behoort vat ze bij de hoornen; als de bruid is aan den man ach! dan wil er ieder an; zorgt hiervoor, zet alle ongenode gasten achter de deur, en merkt gij, dat er een vreemde haan op uw erf komt lopen, schreeuwt hem dan in de oren: handen van de bank, het vlees is verkocht!". Hoe dachten anderen over de Almanak en het sermoen? Bij de boekbespreking van deze tweede Almanak van Schiedam in het tijdschrift 'De vriend des Vaderlands, no. 13', dat ook verscheen in 1839 wordt het sermoen echter in het algemeen niet best gewaardeerd. Men schrijft daarin .thans echter tot de beoordeling van deze tweede jaargang van de Schiedamse Almanak overgaande, moeten wij tot ons leedwezen bekennen dat deze niet geheel aan onze verwachting beantwoordt, de hoofdvereisten van zulke werkjes als het onderhavige, zijn voorzeker nauwkeurigheid, volledigheid en een zekere orde of regelmatigheid in de daarin bevatte opgaven, en deze missen wij in het voor ons liggende boekje ten enen male.", gevolgd door een groot aantal voorbeelden van onjuistheden. Kunde en bedrevenheid Over de poëziebijdragen schrijft men "Overgaande tot het mengelwerk in dezen Almanak vervat, doen wij hulde aan de pogingen der Redactie om ten deze iets goeds te leveren, ook het sermoen over het vrijen is zelfs soort niet onverdienstelijk en kenmerkt zich door kunde en bedrevenheid in onze Vaderlandse taal.". Dus toch een compliment voor het werk van Van Waesberge. Waarom hij dit verhaal in de Almanak voor Schiedam publiceerde is onduidelijk. Mogelijk vanwege het toch wel luchtige karakter ervan en passend bij het algemene karakter van een almanak. Zo schreef hij ook in 1838 vergelijkenderwijze al in de eerste Almanak voor Schiedam een 'Sermoen over Geld en Geldzaken' en voor het Rotterdams Jaar boekje van 1840 een 'Sermoen over den Wijn', maar hij schreef ook een werk getiteld 'Herinneringen uit den veldtogt in België in 1831 met betrekking tot de tweede afdeeling Zuid-Hollandsche schutterij. (Rotterdam. 1832). Uitgeverij Goude gaf in 1845 ondermeer het boek 'Spiegel der deugd', van P.J.V. Dusseau uit met kleine gedichten en verhalen voor jongelieden, een werk met een vergelijkbaar, soms vermanend karakter, gewoon voor die tijd. Marinus Goude stierf onverwacht op jonge leeftijd in 1850, zijn vrouw zette de activiteiten voort. <4{ Literatuur Schiedamsche almanak voor het jaar 1839 -Tweedejaargang, M. Goude, Schiedam. A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 20. J.J. van Brederode, Haarlem (1877). De vriend des vaderlands no. 13(1839). De Grote Markt, gezien vanuit de Ooievaarssteeg. Links de Grote of St.Janskerk en de Waag en rechts daarvan het torentje van het Weeshuis. Geheel rechts de achterzijde van het stadhuis. Datering: omstreeks 1850. (Gemeentearchief Schiedam, beeldnummer 60496). Scyedam jaargang 41 nr. I 21

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2015 | | pagina 21