Geschiedenis van de Hoofdstraat
Hans van Broekhoven
De Plantage als park dateert uit 1767. le
dereen die denkt dat de Hoofdstraat zich
pas later in de geschiedenis heeft ontwik
keld, heeft het bij het verkeerde eind. De
Hoofdstraat is waarschijnlijk één van de
oudste straten van Schiedam.
Historisch onderzoek heeft uitgewezen dat het blok
huizen dat in het gedeelte Hoofdstraat 181 nog
overeind staat, waarschijnlijk dateert van omstreeks
1757. Op een kaart van ene Kortebrant uit 1743 was
er nog niet veel te zien op de Hoofdstraat: slechts
het gedeelte richting rivier was bebouwd met huizen
en vrij diepe erven. Op het Nieuwe Werck, zoals de
Plantage destijds werd aangeduid is wel enige acti
viteit waar te nemen. De buitenplaats Rustenburg is
goed te zien.
Parkeerterrein
Op de kaart van stadsarchitect Rutger van Bol'Es
uit 1770 is het bovenste gedeelte van de Hoofd
straat richting de Hoofdbrug reeds bebouwd. Op
de fragmentkaart zijn de huizen en erven gedetail
leerd ingetekend. Tegenover het huidige Vlug Ijs is
eeuwenlang tot circa 1850 de zalmmarkt gevestigd
geweest. De erven waren vrij diep, circa 190 voet dus
dat is ongeveer 60 meter. De percelen zijn eeuwen
lang ongewijzigd gebleven, totdat rond 1985 de
erven werden ingekort om nieuwe woningbouw en
parkeerterrein mogelijk te maken.
Hoofdstraat 181 had toen nog geen nummering. De
eerste nummers kwamen pas in de Napoleontische
tijd (1795-1815). Nummer 181 stond toen bekend
als Wijk G, no. 60. In de periode 1811-1832 werden
op last van Napoleon de eerste kadasterkaarten of
minuutplannen gemaakt. Voor wie het interessant
vindt zijn deze kaarten in te zien op www.watwas-
waar.nl, inclusief een eigenarenregistratie.
Maar voor die tijd werd een huis aangeduid met zijn
buren, belending heette dat. Leuk is uiteraard dat we
hierdoor precies weten wie destijds de buren waren.
Zalmvissers en overstromingen
Op 10 september 1757 verkoopt het gemeentebestuur
van Schiedam een stuk land aan Abraham van der
Vlies, zalmvisser van beroep om aldaar een woon
huis te timmeren. Het lege erf op het terrein van
de vroegere steenplaats strekt van voor aan de straat
tot achter, halverwege in de sloot. Deze sloot was de
Frankelandsche Watering en betekende dat het hele
perceel circa 6 meter breed en 60 meter lang was. Op
het gekochte erf moest Abraham wel de aanwijzingen
van de stadsarchitect opvolgen en hij mocht er geen
varkenskotten of koeienstallen bouwen. Koopsom:
25 gulden. Abraham woonde eerder een stuk verder
op de Hoofdstraat op nummer 1450 (gekocht 10
jan 1753, belend ten zuiden Arij Jan Besemer en
ten noorden Jacob Nagtegaal) richting de rivier en
verkoopt dit huis op 29 oktober 1757 aan Jan van
Capel voor 1425 guldens. Ook zijn toenmalige buren
zoeken het een stukje hogerop.
Wellicht stroomde het land bij hoog water daar te vaak
onder, we zullen het nooit weten. Om de grootte van
het huis en erf hoefden zij het zeker niet te doen. De
percelen richting de rivier waren fors van omvang.
Jacob Nagtegaal verkoopt zijn huis op nr. 1449 op
15 mei 1756 aan Arij Verboom en verhuist in 1756
als eerste naar het bovengedeelte van de Hoofdstraat
(nr. 193). Zijn buurman was destijds Cornelis Voogd
(nr. 183). Eerder in 1756 kocht Cornelis Burgerhout
al een stuk land van de gemeente voor de bouw van
7 woonhuisjes, waarschijnlijk een aannemer dus. In
de periode 1757-1764 verkoopt hij de huizen voor
800 a 900 gulden per stuk.
Wonen in de keuken
De Van der Vliesjes hebben er tot 1835 gewoond, 77
34
Scyedam jaargang 41 nr. 1