al heette dit ritueel bij de joden uiteraard geen
kerkgang maar tempelgang (zie Leviticus 12). Ten
tijde van Liduina gold dit ritueel (telkens wanneer
een vrouw het leven had geschonken aan een kind,
ontving zij enkele weken later in de kerk een plechtige
zegening) als een feestelijk familiegebeuren. In later
tijd ging dat feestelijke er helemaal vanaf en werd de
kerkgang juist als iets gênants ervaren. In Nederland
is dit ritueel begin jaren zestig van de twintigste
eeuw verdwenen, althans in de katholieke kerk.
Na de beschouwingen over de vitae en de histori
sche context neemt Herman Noordegraaf in enkele
grote stappen de vereringsgeschiedenis van Liduina
door, van de vijftiende tot in de twintigste eeuw.
Hij vertelt ons over de volhoudendheid waarmee
Liduina's heiligverklaring - of beter: de bevestiging
van haar heiligheid is nagestreefd. Met succes:
in 1890 bevestigde paus Leo XIII haar heiligheid
waarna het feest in Schiedam en de rest van het
toenmalige het bisdom Haarlem kon beginnen.
Verbazingwekkend is wat Noordegraaf ons vertelt
over de lotgevallen van het gebeente van Liduina:
begraven, opgegraven en naar elders overgebracht,
ten dele teruggebracht naar Schiedam, opnieuw
opgegraven want bij de eerste opgraving bleek het
niet om het juiste gebeente zijn gegaan, et cetera.
Geheel nieuw in het boek is de bijdrage van Nelly
Moerman over de houtsneden in een incunabel
(wiegendruk) en in een postincunabel van de vita
die op naam van de franciscaan Jan Brugman
staat. Het betreft achtereenvolgens een Latijnse
uitgave - de taal waarin Brugman zijn verhaal heeft
geschreven uit 1498 en een uitgave met de Neder
landse vertaling daarvan uit 1505; beide verzorgd
door Otgier Nachtegael te Schiedam en voorzien
van dezelfde houtsneden. Kort en trefzeker laat
Moerman zien met welk raffinement de kunste
naar (mogelijk Jacob Cornelisz van Oostsanen)
zijn publiek bij het gebeuren weet te betrekken. De
afbeelding van Liduina's val op het ijs, een icoon in
de Nederlandse cultuurgeschiedenis, is geïnspireerd
op de beeldtraditie van de zogenoemde 'bezwij
mende Maria', zoals te zien is op een schilderij
van Rogier van der Weyden uit circa 1435 (in het
Prado Museum te Madrid). Hoe belangrijk zelfs
minieme details kunnen zijn voor de reconstructie
van het verleden, illustreert Moerman aan de hand
van de schaats van Liduina: de licht beschadigde
houtsnede uit 1505 suggereert een prikschaats,
de niet beschadigde gravure uit 1498 toont echter
dat het om een gewone (afgeronde) schaats gaat.
Na een korte bijdrage van Ria Janse over het prach
tige bronzen Liduinabeeld aan het Oude Kerkhof
achter de Grote of St.-Janskerk, en een meditatieve
beschouwing van Mgr. P. Vismans, die van 1981 tot
2011 pastoor was van de Schiedamse basiliek van
de H. Liduina en O.L. Vrouw van de Rozenkrans,
volgt een lange door Ruud Poels vervaardigde inven
taris. Het betreft een alfabetisch overzicht (naar
plaatsnaam, voorafgegaan door een uitgebreide
rubriek over de vele vindplaatsen in Schiedam)
van gebouwen en organisaties die Liduina's naam
dragen of droegen, alsmede van gebouwen waarin
beelden, glas-in-loodramen of andere beeltenissen
van Liduina te zien zijn. Dit overzicht is een substan
tiële verbetering en uitbreiding van het overzicht dat
Wim Groenendaal vervaardigde voor de eerste editie
van Beelden van Liduina in 1999. Het overzicht
heeft iets confronterends. Een prachtig beeldverhaal
bieden bijvoorbeeld de ontwerptekeningen voor de
gebrandschilderde ramen van de Frankelandse kerk,
vervaardigd door de Schiedamse glazeniers André en
Frits Henderickx. De ramen zelf zijn echter volledig
verloren gegaan bij de sloop van de kerk in 1969.
Schrijver dezes denkt met lichte weemoed terug
aan de fraaie witte St.-Lidwinakerk in zijn woon
plaats Tilburg, gesloopt in 2005. Begrijpelijker
wijze ontbreken in het overzicht van Poels de vele
duizenden Lidwina's of Liduina's die nog elke dag
onze samenleving verblijden met hun lach, lied, blik,
kortom hun aanwezigheid.
Charles Caspers, Titus Brandsma Instituut, Nijmegen
Herman Noordegraaf e.a., Beelden van Liduina.
Heilige van Schiedam. Schiedam: Fonds Histori
sche Publicaties Schiedam, 2015, 148 p., ill., ISBN
978-90-70450-37-3.
Scyedam jaargang 41 nr. 2
73