de glasblazer misschien nog meer ambachtsman die
al blazend en draaiend op een steen de fles vormde.
De blaaspijp is omstreeks het begin van de jaartel
ling uitgevonden. De ontwikkeling van de open
mal, waarmee bodem en onderstuk gevormd kunnen
worden, dateert van het begin van de negentiende
eeuw. Een volgende stap was in 1821 de ontwikke
ling van de scharnierende mal, waardoor het moge
lijk was tegelijk bodem en nek te vormen.
Hier kwamen weer een ander soort ambachtslieden
aan te pas. In het begin waren het houten mallen en
de scharnierende mal maakte het mogelijk om letters
of een afbeelding op de zijkant van de fles te krijgen
door in de mal deze uit te hakken.
Hier is een zeker artistiek gevoel voor nodig. Tegen
woordig zijn in de glasindustrie de mallen van
metaal.
Gieterijen
In gieterijen worden nog altijd houten mallen
gebruikt, die de vorm hebben van het te gieten
object. De gang kan als volgt zijn: de mal wordt in
een met zand (met 'toevoegingen' om het vormvast
te maken), gevulde 'kist', die bestaat uit meerdere
delen, gelegd. Het zand wordt flink aangestampt.
Dan worden de delen van elkaar los genomen en
de mal voorzichtig verwijderd. Vervolgens worden
de delen weer met elkaar verbonden en de ontstane
ruimte gevuld met het hete vloeibare metaal. Het
vullen van de kist met zand en de mal door de
'vormers' vergt weer een ander soort vakmanschap.
Nabij Schiedam, in de gemeente Oud- en Nieuw-
Mathenesse, werd in 1836 een voor het westen van
ons land nieuwe industrie opgericht: een ijzergie
terij. Deze maakte gebruik van uit Engeland geïm
porteerd broodjes-ijzer. In het oosten van het land
In 1838 ontwierp James Nasmyth een methode om het hete materiaal uit de gietpan beheerst uit te gieten. Voor
heen was aan de zijkanten, in het rotatiepunt van de pan een stang met een aantal dwarsstangen waarmee per
kant vier man nodig waren om beheerst de gietpan de vereiste rotatie te geven. Nu staat aan de achterzijde één
man die met een stang de pan doet roteren. Zo blijkt dat met een eenvoudige uitvinding al veel veiliger en met
minder personeel kan worden gewerkt. (Foto uit: Gedenkboek Wilton-Fijenoord 1954, pag. 160)
106
Scyedam jaargang 41 nr. 3