Thardt. Dit betekende het einde van de kurkindustrie
in Schiedam.
Ambachtelijk
De vele branderijen in Schiedam en elders worden
meestal omschreven als 'ambachtelijk'. Maar waren
de mensen die er werkten dan ook ambachtslieden?
Tot ongeveer 1880 werkten in een 'gewone' branderij
drie man, waarvan alleen de meesterknecht 'ambach
telijke' kennis hoefde te hebben. Eén man had als
voornaamste taak al lopend met een handel de pomp
aan te drijven (de 'pomper') en er werd met kannen
heet water naar de beslagbakken (die meestal op een
verhoging stonden) gesjouwd. Maar er zat te weinig
ontwikkeling in en zelfs nieuwe betere methode om
gist te maken, waar Holland zich in de negentiende
eeuw een pioniersrol had verworven, moest uit het
buitenland komen. Met deze methode, de Wener
gist methode, kwam het personeelsbestand op vier
man. Maar personeelskosten waren toen zo laag, dat
er ook geen prikkel was om iets aan mechanisatie te
doen.
Smeden
Het smeden van ijzer tot gereedschappen of andere
bruikbare vormen was vroeger een zeer belangrijke
ambachtelijke nijverheid. Uit smederijen zijn soms
grote bedrijven ontstaan. Denk maar eens aan
Wilton, die naast zijn werf nog op de oude locatie,
de Baan in Rotterdam ook nog lang een smederij
handhaafde. Men kent het beeld nog wel: de smid die
met een hamer een heet stuk ijzer op een aambeeld
zodanig bewerkt dat de gewenste vorm wordt bereikt.
Het ijzer werd taai en vervormbaar door verhitting
in het smidsvuur. Verzorgd door een knecht met
als hulpmiddel een blaasbalg om het vuur aan te
wakkeren. In 1861 werd in Nederland de eerste
ambachtsschool opgericht en nog heel lang volgde
Scyedam jaargang 41 nr. 3
109