klinkploeg bestaat uit minstens twee man, waarvan
terwijl de één de bolle kop vormt, de ander aan de
andere kant er voor zorgt dat de nagel niet wegge
drukt wordt.
Meestal is er nog een man nodig: deze gooide de hete
klinknagel vanaf de vuurkorf naar waar de ploeg aan
het klinken was. Het vuur werd verzorgd door de nagel
jongen. Later werden nagels ook wel elektrisch verhit.
In Schiedam is ook een klinknagelfabriek geweest.
Het verdwijnen van ambachten
In Nederland zijn de echte ambachtsscholen
verdwenen. En ook voor een groot deel de bedrijfs-
scholen van grote bedrijven, waarin jongens en
meisjes nog twee jaar (of langer voor vakken, die niet
op de ambachtsschool werden gegeven) zich verder
in een vak konden bekwamen. Dit komt gedeeltelijk
omdat de mensen die daarover beslissen veel heil zien
in "algemeen vormend onderwijs", terwijl veel leer
lingen dit als moeilijk ervaren of veel liever met hun
handen bezig zijn. Zij kennen het plezier om afzon
derlijk of gezamenlijk een product te maken waar
veel vaardigheid en handigheid voor nodig is. Aan de
andere kant is het ook zo dat door mechanisering en
Er waren vroeger veel bedrijven die stoomketels maakten. In Schiedam was A. van Hattem Cz. aan de Noordvest bekend, maar
dit bedrijf deed veel meer. De foto (jaren twintig) toont de "ketelmakerij". Hoewel er geen ketel te zien is, geeft de foto wel een
indruk van het rommelig geheel en van de met drijfriemen aangedreven machines. Een andere bekende fabrikant was "Ingelse
Co.", maar deze leverde ook fabrieksinstallaties en had een handelsafdeling. De grote werven maakten bijna altijd ook scheeps- en
landketels. Deze afdelingen evolueerden dikwijls tot bouw van apparaten voor bijvoorbeeld raffinaderijen. Want stoomschepen
worden niet meer gebouwd. En enkele werven bouwden in licentie scheepsdiesels. Wilton-Fijenoord bouwde ook voor andere
werven M.A.N.-motoren. Dit was bij de fusie een inbreng van Fijenoord. Direct na de oorlog kwam er ook een overeenkomst met
Doxford (Engeland) voor dit type motoren. Maar Nederland werd ook voor dit soort werk te duur en niet alleen de grote scheeps
bouw is verdwenen (behalve voor speciale schepen). Maar ook de eigen grote motorenbouw. En daarmee de kennis en ervaring
van duizenden vaklieden.
112
Scyedam jaargang 41 nr. 3