Boekrecensie
HERMAN
JANSEN
Antoine Lagrouw
Met jenever doordrenkt...
Het valt te prijzen dat een bedrijf als Herman Jansen
een schrijver de opdracht geeft zijn geschiedenis te
onderzoeken en te laten verschijnen in boekvorm.
Hierdoor wordt alles wat wij over het jenever/bran
derstijdperk van Schiedam weten, uitgebreid en het
palet meer en meer ingekleurd.
De auteur Hans van der Sloot kon en mocht putten
uit het omvangrijke bedrijfsarchief van Herman
Jansen, een archief dat eigenlijk thuis hoort in het
Gemeentearchief van Schiedam. In de biografie:
'Herman Jansen, een bevlogen brander-distillateur
1859-1935', worden we, vanaf 1777, het oprich
tingsjaar van het familiebedrijf, meegenomen naar
een tijd in Schiedam die wij ons nauwelijks kunnen
voorstellen: Zwart Nazareth in al haar aspecten, met
Herman Jansen als dé centrale figuur, een grootheid
in jeneverland.
Het boek is doorspekt met de belangrijkste namen
van branders en distillateurs: Hasekamp, De Kuyper,
Melchers, Nolet, enzovoort. We lezen over samen
werkingsverbanden en ook concurrentie. Nieuwe
procédés komen voorbij, zoals de gistproductie en
alcoholmelasse. Verder wordt de kartelvorming
beschreven van gistfabrikanten van de branders en
de rol van de Nederlandse Gist- en Spiritus Fabriek
'Hollandia'. De biografie verhaalt de worstelingen,
innovatie, verval, voorspoed en tevens het door
omstandigheden gedwongen verleggen van de markt
van Nederland naar Europa en vooral naar Afrika,
Amerika en Azië. We lezen over accijns en de slui
ting van de Engelse markt.
Chronologisch geschreven is het boek niet. Dat is
op zich geen bezwaar. Het geeft al met al een goed
beeld van het leven van Herman Jansen, een onder
nemer pur sang. Ook zijn betrokkenheid bij de Schie-
damse samenleving komt naar voren. Samen met de
bekende weldoener M.C.M. de Groot zet hij zich in
voor de oprichting van de 'Vereeniging Volkshuis
vesting' in 1908. Dat was bijzonder; Schiedam was
één van de eerste steden die het fenomeen van Volks
huisvesting initieerde. Toch moet die betrokkenheid
niet overdreven worden, immers de arbeidsomstan
digheden in zijn fabrieken waren, zoals overal in die
tijd, ronduit slecht.
Van der Sloot schrijft dat hij materiaal heeft gebruikt
dat nog onbekend was; dat is echter niet helemaal
uit het boek te halen. Het is eerder een herhaling
van zetten. We weten al veel van de bekendste
distillateurs en branders, en dus ook van Herman
Jansen. Zoveel publicaties hebben in de loop der
tijd het levenslicht doen zien. Hieraan is bijna niet
te ontkomen, want de hoofdrolspelers konden elkaar
in Schiedam nauwelijks ontlopen.
Ook in dit boek passeert de gistproductie de revue,
de Wener methode, die door Herman, onder leiding
van zijn oom, dr. Pieter Jansen, biochemicus, en zijn
zussen in het laboratorium verbeterd wordt. Nog een
bekend verhaal lezen we: Herman Jansen ontdekt in
1909 dat de 'Glasfabriek De Schie' hem een hogere
prijs dan zijn concurrent, De Kuyper, berekent. Dit
brengt hem ertoe glasfabriek UTO op te richten,
'Uit Tegenwerking Opgericht', om zijn eigen flessen
1 14
Scyedam jaargang 41 nr. 3
een bevlogen
brander-distillateur