Uitgeven was beroep en roeping van bijzondere man H.A.M. Roelants Karakterschets in 'De Hoiiandsche Revue' Dick van Wassenaar In 1900 verscheen in het tijdschrift 'De Hoiiandsche Revue' een uitvoerige karak terschets van boekhandelaar, drukker en uitgever Hendrik Adriaan Marius Roelants. Het artikel was geschreven door Frans Netscher en behalve een portret van een bijzondere man, geeft het ook een beeld van Schiedam uit die tijd. Hieronder een samenvatting van de oorspronkelijke tekst, deels integraal overgenomen. De verhandeling van Netscher begint met een beschrijving van een veranderende wereld. Grote markten in kleine dorpen verdwijnen en allerhande industrieën en commerciële activiteiten vinden steeds meer plaats in de grotere steden. Dit geldt ook voor het uitgeversvak. Vond men vroeger nog een uitgeverij in plaatsen als Zaltbommel of Schoon hoven, tegenwoordig (anno 1900) vindt men uitge vers veelal in plaatsen als Haarlem, Amsterdam of Groningen. Ook de inrichting van de boekhandel verandert. Er verschijnen leestafels, met gemakke lijke stoelen en fauteuils, waar de potentiële klant de nieuwe boeken op het gemak kan inzien. Daarnaast verandert ook het personeel: goed geschoold en gekleed en met kennis van de koopwaar. Er is echter één zaak op dit gebied, een grote uitgeverij en boekhandel met reputatie en met het koninklijk wapen boven de deur, die niet van locatie is veranderd en de modernisering aan zich voorbij heeft laten gaan. Dat is de uitgeverij, de boekdruk kerij en de boekhandel van de heer H.A.M. Roelants, van de 'ouden heer Roelants', zoals gezegd wordt, te Schiedam. Miezerige boompjes Vervolgens wordt Schiedam beschreven door Netscher. Hij noemt het van het genre 'Zaltbommel of Schoonhoven' en beschrijft wat hij ervaart als hij met de trein aankomt op het stationsplein. 'Als men te Schiedam uit de hoogte van het station door een tunnel op het stationspleintje is neergeland en een lange straat van gorige nieuwheid en met miezige boompjes is afgelopen, komt men pas in het eigen lijke, zwarte, groezelige lichaam van de oude stad, waartegen die stationsweg als een nieuwe magere uitloper is aangebouwd. En dan eerst ziet men ook de ouderwetsche havens zonder menschen, zonder schuiten, met blinde huizen, bedekt, met een laag van zwarte armoede.' En verder: 'En overal langs de havens ziet het oog geslachtslooze, dubbelzinnige gebouwgevels met kleine deuren, waar mannen met opgeslagen broekspijpen en roode borstrokarmen in en uit scharrelen, vaten rollend, met water morsend. Hier en daar steekt een houten spoelingpomp aan Portret H.A.M. Roelants. 50 Scyedam jaargang 42 nr. 2

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2016 | | pagina 14