Elleboog-aan-elleboog
Als de schrijver dan uiteindelijk aankomt op de
Lange Haven volgt een beschrijving van het pand, de
'zaak' van H.A.M. Roelants: 'vóór, aan de Haven
zijde een stillig winkelhuis van een deur met een
raam aan weerszijden, en daarachter, aan de zijde
van het grachtje, een buiteling van gebouwen, huis
stukken, bijbouwsels, die door gangen en binnen
plaatsjes gescheiden, een drukkerij, zetterij, binderij,
magazijnen enz. bevatten. En in deze agglomeratie
van huizen, gangen en gebouwen, is een der oudste
en soliedste uitgeverszaken van Nederland gevestigd,
en tevens een der uitgebreidste drukkerij-inrich
tingen, die een 14-tal boekdrukpersen, waarvan 12
door stoom gedreven, dagelijks werk geeft en aan
meer dan 100-tal werklieden arbeid verschaft.'
De auteur vervolgt daarna met een beschrijving van
de boekhandel, die nogal ouderwets aandoet en doet
denken aan de negentiende eeuw. Maar om de ziel
van het bedrijf te leren kennen moet je verder het
pand in. In de achterwand van de winkel ga je door
een glazen deur, waarna je toegang krijgt tot het
sanctum (heiligdom) van de zaak. Het is een lange,
smalle kamer met een lage zoldering. Aan de ene
kant een muur met een paar deuren en daar tegen
over de buitenmuur met enige vensteropeningen.
Er heerst een clair-obscur. Hoewel er vijf mensen
werken en schrijven is het er erg stil, slechts inciden
teel onderbroken door een vraag of opmerking van
een der werknemers. Verder een gekras van pennen,
een ruisend geblader van omslaande foliantpagina's
of kort geloop als er iemand in de winkel komt. En
onder die ramen langs de wand een doorlopende
schuine lessenaar waaraan de bedienden elleboog-
aan elleboog zitten te schrijven. Op de linkervleugel
van deze rij, aan het eind op het laatste leren krukje
als een officier aan de vleugel van zijn gelid soldaten,
zit al tientallen jaren de oude heer Roelants.
Opgeruimde grijsaard
H.A.M. Roelants is klein en breed van postuur,
met een zwaar hoofd diep op de schouders, het
vlezige masker omringd door een kortgeknipte witte
baard, een brede ronde schedel. Hij doet Netscher
in de verte denken aan Francisque Sarcey (Frans
theatercriticus en journalist 1827-1899). Met een
goedige stem van blijde verwelkoming, de hand
uitgestoken en dribbelend op zijn pantoffels, soms
met een kantoorpetje op het hoofd, komt hij als een
vriendelijke, blijmoedige, opgeruimde grijsaard zijn
bezoeker tegemoet. Vijftig jaar zijn in dit achter
kantoor met uitzicht op het blikkerende zonwater
van het grachtje, met zijn saaie kijk op de blinde
zijmuur van de Beurs verlopen. In dit kantoor is hij
van jongeling een grijsaard geworden; in dit kantoor
heeft hij een der grootste uitgeverszaken en een der
best geoutilleerde drukkerijen van ons land gesticht.
Een mensenleeftijd ligt er tussen het tijdstip, dat
hij op dit plekje te Schiedam zijn zaak opent en het
begin van de nieuwe eeuw. Een halve eeuw want op
1 oktober 1849, stichtte Roelants zijn zaak.
Het begin
Roelants begon zijn werkzaamheden zoals alle boek-
Roelants in vogelvlucht
H.A.M. Roelants werd op 21 maart 1827 geboren
in Schiedam, in het huis aan de Hoogstraat nr. 123
als tweede kind van Hendrik Adriaan Roelants en
Maria de Graaff. In 1839 werd hij op 12-jarige leef
tijd geplaatst in de boekhandel van J. de Munnik
aan de Hoogstraat te Schiedam. In 1843 ging hij
werken als bediende in de zaak van de drukkerij
C.A. Vieweg te Nijmegen en in 1844 kwam hij
in betrekking bij boekhandelaar Pieter Engels te
Leiden. In maart 1846 begon hij in het huis van
zijn vader aan de Nieuwstraat een eigen zaak,
waarvoor een voorkamer van het huis tot winkel
werd ingericht. In 1849 vestigde hij zijn zaak in het
voormalige huis van koopman C. Pigeaud, Lange
Haven 141, hoek Korte Haven.
52
Scyedam jaargang 42 nr. 2