oen
ging ik werken bij Wilton Fijenoord
Lidwien Meijer
Meer dan veertig jaar werkte de heer Piet van Kempen (94) bij Wilton Fijenoord. Hij maakte
de bloei en de neergang mee.
"Toen ik na drie jaar middelbare school een baan
zocht, moest dat van mijn vader bij een katholiek
bedrijf zijn. Ik kwam bij dagblad de Maasbode
terecht, maar die krant werd in de oorlog verboden.
In 1941 begon ik bij Wilton Fijenoord, eerst bij de
tijdcontrole.
Alle prikkaarten moesten 's ochtends vroeg in de
rekken worden gezet. Om half 8 of eerder moest er
geprikt worden. De kaart ging dan door de prikklok
en er kwam dan bijvoorbeeld 7.31 op te staan. Een
minuut te laat... scheelde een half uur loon. Om 5
uur 's middags werd er afgeblazen. De sirene ging en
iedereen moest weer prikken. Ook deelde ik dagelijks
de werkkaarten uit. Daar stond op wat voor werk de
mensen moesten gaan doen, bij welk object. Bij vuil
werk werd extra betaald, ook bij gevaarlijk werk en
natuurlijk bij overwerk. De werkkaart werd achter de
prikkaart gezet.
Eens in de week gingen de kaarten naar de loonad
ministratie. Aan de hand van alle gegevens werd het
loon uitbetaald. Elke vrijdag kreeg je een loonzakje.
De administrator zat dan bij de balie met een geld
kist. De werknemers moesten hun oude, lege loon
zakje inleveren, het nummer werd gecontroleerd en ze
kregen een nieuw zakje met inhoud.
De oorlog was een spannende tijd bij Wilton. We
waren bang voor bombardementen van de Engelsen.
Er werden betonnen schuilkelders gebouwd. Als er
'Bertha' werd geroepen of als de sirene loeide, moesten
we de schuilkelder in. Het bedrijf werd gecamoufleerd
met gaas en groene watten, zodat het van bovenaf niet
te zien was. Toch zijn er schepen gebombardeerd en
één van de dokken kon niet meer gebruikt worden.
Toen de razzia's kwamen in november '44, ben ik
gaan onderduiken: bij een boer in Putten, daar ben
ik toen heen gelopen en later ben ik helemaal naar
Nijverdal gelopen. Na de bevrijding ben ik weer bij
de Maasbode gaan werken, maar niet lang, Wilton
bleef trekken.
In de toptijd werkten er zevenduizend mensen. Als
Wilton uitging zag het zwart van de fietsen op de
BK-laan. Het was voor mij een goede werkgever. Mijn
zoon studeerde op de MTS en we kregen extra geld
voor hem, via Wilton. Het bedrijf had ook een eigen
ziekenfonds. Je kon er voetballen en zwemmen en
cursussen doen: Ontwikkeling-Ontspanning. Jaren
zijn we met ons gezin op vakantie naar Heidebad
geweest op de Veluwe, in huisjes van Wilton. De
bagage werd met een vrachtwagen gebracht.
In de loop van de tijd werd veel gemoderniseerd. Zo
kwam er een onderzeeloods met een enorme kraan
erboven, hoger dan de Domkerk in Utrecht. Het
weekloon werd een maandloon en mensen kregen
hun geld op den duur via de bank. Dat was een hele
omschakeling.
In de jaren zeventig kwam de neergang in de scheeps
bouw. Jammer om zon werf achteruit te zien gaan, dat
ging me echt aan het hart. In 1983 was het voorbij.'^
124
Scyedam jaargang 42 nr. 4