Op basis van het principe van de 'Weener methode'
gingen later ook de Schiedamse branders gist
produceren. Hiervoor moest de branderij verbouwd
worden. De gist zelf was veel bewerkelijker en het
personeelsbestand voor een gewone branderij ging
van drie naar vier man. Omdat men nu ook maïs
verwerkte moest het beslag een hogere temperatuur
krijgen. Omdat men nog niet altijd beschikte over
stoom voor verwarming was dit soms moeilijk haal
baar. Kreeg men bij de Oudhollandse methode zeven
a acht kg gist uit honderd kg graan, bij de 'Weener
methode' werd dit later dertien a veertien kg.
De toestand in 1883, een kantelpunt
In dat jaar bereikte het aantal branderijen het abso
lute hoogtepunt: 392 Vi. Maar hierbij inbegrepen
waren drie stoombranderijen met een gezamenlijke
productiecapaciteit van 23 Vi branderij. Nog heel
lang werd de capaciteit gerelateerd aan de gewone
vier-baks branderij. Het aantal branders dat tegelijk
ook distillateur was, bedroeg 28. Aantal uitsluitend
distillateur: zeven. Moutmakers: 62. Voor alle bran
ches geldt dat veel dezelfde namen voorkomen. Bij
de branders zijn er elf met de naam Zoetmulder.
Bij de 32 gisthandelaren natuurlijk veel Schiedamse
namen en een enkele van buiten. Maar wat opvalt
is dat er vier namen Jansen zijn (die dikwijls min
of meer één bedrijf vormden), maar soms onder een
andere bekende naam werkten, zoals Th. P.J. Jansen,
die onder de naam van 'Vrijland Van den Hoogen
Co.' werkte. H.W.L.C. Jansen handelde onder
de naam 'Jansen en Tak'; J.C.J. Jansen gebruikte
de naam 'Walraven Jansen'. Daarentegen handelde
J.W. Exler onder de naam van de oude gistvennoot-
schap 'Jansen en Co.'. Er waren meer handelaren die
onder de naam van een bekende gistvennootschap
werkten. C.A. van den Burg: Fa. Bussmann en Co.;
J.L. Linnenbrink: fa. Walraven, Beukers en Co.; P.J.
Meijer Jz.: fa. Bussmann, Legner en Co. Er waren
drie bedrijven bij uit Delft. Kortom: alles lijkt wel
door elkaar geschuidL-'
Er kwamen nog meer veranderingen. In rap tempo
werd de Oudhollandse methode vervangen door
de nieuwere 'Wener gist' methode. In dezelfde tijd
kwam er internationaal wetgeving tot stand die
gevoerde merken beschermde tegen namaak en
inbreuk. Zo konden de bedrijven hun product gaan
voeren onder een merknaam. Nu was het ook moge
lijk dat, nu het niet meer anoniem was om mogelijke
slechte kwaliteit of 'vervalsingen' direct te koppelen
aan een leverancier, zodat men zich daardoor zelf in
de vingers sneed. Zoals bijvoorbeeld Vrijland, Van
der Hoogen Co. die als merknaam Cirkelgist
voerde.
Scyedam jaargang 42 nr. 4
137