over Mackenzie zich beklaagde? Maar toch is hier over weinig bekend. Het bedrijf was er ook niet meer zo afhankelijk van. Want na 1895 was het zich gaan toeleggen op het maken van jenever en werd het een grote exportdistillateur. Het klinkt paradoxaal, maar vanaf die tijd, tot aan de Eerste Wereldoorlog bloeiden de distilleerderijen van jenever. Alleen zij vervingen voor het grootste gedeelte de moutwijn door goedkope 'spiritus' in een kolom geproduceerd. Na de Eerste Wereldoorlog maakte de firma Jansen nog op kleine schaal moutwijn. Daarmee is het gestopt toen een procédé bekend werd om een gist te produceren van tachtig procent. Voor dit doel werd de 'Nieuwe Schiedamsche Gistfabriek' opgericht. Zij kregen een grote clientèle in de bakkerijwereld. Dat beviel de NG&SF niet. Omstreeks 1928 heeft deze fabriek Jansen uitgekocht onder de voorwaarde dat deze zich niet meer met gistfabricage mocht bezighouden. Ook in 1928 werden alle bedrijven, die tot dan toe opereerden onder de namen: 'H. Jansen Co.', 'H.C. Jansen' en 'Herman Jansen' geconcentreerd op de locatie waar nu nog NV 'Herman Jansen' is: Zijlstraat/Noordvest. Er werden ook familieleden uitgekocht. Afnemende export In 1896 kwam in België een nieuwe wetgeving tot stand. Net als in de omringende landen ging men de accijns nu berekenen naar de hoeveelheid alcohol in het eindproduct. Voorheen werd accijns geheven op de kuipinhoud van de beslagbak en daarom verwerkte men zware beslagen. Hierdoor kreeg men niet alleen een andere kwaliteit jenever, maar deze manier van werken was ook niet geschikt voor gistfabricage. In België ging men van nu af aan zelf gist produceren. De gevolgen bleven niet uit. Enkele cijfers van de uitvoer uit Schiedam en Rotterdam naar België: (Ontleend aan het verslag van de Kamer van Koophandel en uitsluitend geldig voor gist, gefabriceerd in de genoemde steden!) in 1888: 1.200.500 kg; oplopend tot een maximum in 1896: 2.331.471 kg. Daarna een dalende tendens tot 120.000 kg in 1911, terwijl uit dat land in dat jaar 1.325.000 kg werd geïmporteerd! Om de hoge invoerrechten te ontlopen had de NG&SF in België verschillende gistfabrieken gekocht. België was ook een grote concurrent op de Engelse markt geworden. In Engeland eveneens een afnemende export. In 1881: 273.564 mandjes a 26 kg 7.112.700 kg tot in 1911: 31.094 mandjes 808.500 kg. In 1911 bestond de totale invoer in Engeland uit 421.970 mandjes, waarvan uit Nederland 218.066 en uit België: 93.212. Hieruit blijkt dat de export van Schiedam nog maar een fractie was van voorheen; Rotterdam was in dat jaar juist gestopt met export. Ondertussen bediende de NG&SF via vele agenten en subagenten de gehele Engelse markt met 'NG&SF famous Delft Yeast'. Traditioneel werd naar Engeland gist geëx porteerd in mandjes; naar andere landen in kistjes. Verdere ontwikkelingen Vooral buiten Schiedam waren er enkele distillateurs die zelf met fabricage van spiritus en gist gingen expe rimenteren. Bijna zonder uitzondering werden zij na korte of langere tijd door de NG&SF overgenomen. En zo kwamen veel jenevermerken en distillateurs onder de vleugels van dit bedrijf. Een van de eerste was het al genoemde bedrijf van Van Meerten. Vlek uit Delft, die al branderijen had, ging zich meer op gist richten en vanaf 1902 kwam dat ook tot uiting in haar naam: 'Distilleerderij en Roomgistfabriek'. Eén van de weinige figuren die werkelijk verbete ringen in het traditionele brandersbedrijf heeft door gevoerd, is A. de Koning geweest, de brandersknecht die in 1897 zijn eerste branderij begon. Eén van de veranderingen die hij heeft doorgevoerd is het blazen van lucht in het gistschuim, waardoor hij niet alleen meer gist kreeg, maar ook de tijdsduur om Weener gist te maken, verkortte van zes tot bijna drie uur. De gist bracht hij onder bij Vrijland, Van der Hoogen en Co. die toen nog minder dan twintig vennoten telde. In de Eerste Wereldoorlog kocht hij deze vennootschap en verplaatste deze van de molen- stomp van De Meyboom bij de Koemarkt naar zijn bedrijven in de St. Annazusterstraat. De fabricage van gist kon door een bacteriële 140 Scyedam jaargang 42 nr. 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2016 | | pagina 32