gooiden dan stiekem wat vlees over de schutting en
gingen dat later weghalen. De oogst werd gedeeld
en mijn moeder zat er dan bij met een gehaktmolen.
En ik zie nog die stoet mannen die opgepakt waren
bij de grote razzia. Jaren later zag ik weer zo'n grote
rij mannen, Wilton staakte toen, en in een flits
kwam dat beeld weer boven van al die mannen op
de Broersvest.
Toen kwam de bevrijding en ons buurmeisje, Riet
Stokhof, kreeg verkering met een Engelse soldaat,
Lesley heette hij. Die jongen kwam kennismaken bij
ons thuis. Mijn grote zussen leerden Engels op de
mulo, dus die vonden dat maar wat interessant. Op
de trouwfoto zie je mij links, met die witte strik in
het haar.
En mijn vader maakte ook wat moois mee. Kort na
de bevrijding ging hij naar de Maaskant, dat deed
hij graag. Terwijl hij daar stond, hoorde hij een stem
vanaf een schip, door een toeter of zo. 'Wil degene,
die daar aan de Maaskant staat te kijken, gaan
zeggen dat ik eraan kom?' Er volgde ook een adres,
en mijn vader is toen bij die familie langs gegaan.
Het was gezellig wonen op de Broersvest. Vaak
stond ik met mijn zus boven in de voorkamer te
kijken hoe mensen hun vaste rondje liepen. Over
de Broersvest, door de Hoogstraat, de Lange Kerk
straat. 'Daar loopt Klauwtje', zeiden we dan. 'Daar
gaat de Hondenkop.' Iedereen had een bijnaam in
Schiedam."
Flaneren op de Broersvest
Tekening: Peter Kooke, een neef van Ted
Scyedam jaargang 43 nr. 2
59