Trt/Ol
Jew {$yzt//df -Yo/t
7/ V
een loge opgericht in Rotterdam. Toch zou het nog
een decennium duren voordat hier de vrijmetselarij
op grotere schaal zou worden beoefend, het eerst in
Den Haag, toen een gelegenheidsloge werd gehouden
voor de inwijding van Frans van Lotharingen (later
keizer van het Heilige Roomse Rijk).
Niet lang hierna werden permanente loges opge
richt, de eerste in 1734 in Den Haag. Al gauw
echter stuitte dit op weerstand van de gewestelijke
overheid, de Staten van Holland, die een verbod op
vrijmetselaarsloges uitvaardigde. Hoewel een aantal
formele redenen daarvoor werden genoemd, is het
aannemelijker dat de vrijmetselarij —ten onrechte—
gezien werd als dekmantel van de Oranjegezinden.
In dit tweede Stadhouderloze Tijdperk voelden de
regenten dit als een bedreiging. Ook het stadsbe
stuur van Schiedam werd opgedragen dit verbod
uit te vaardigen, maar dit bestuur kon in de Staten
van Holland (waar Schiedam deel van uitmaakte)
melden dat vrijmetselaarsloges aldaar niet bekend
waren.2' Het verbod is nooit officieel ingetrokken,
maar toch verschenen een tiental jaar later loges
weer bovengronds, waarbij het waarschijnlijk is dat
een aantal tot die tijd in beslotenheid voortgang
hadden. Een landelijke grootloge was in Nederland
al in 1735 opgericht, maar was door het verbod op
non-actief gesteld. Met de samenkomst van twaalf
loges in 1756, waarbij een 'Grootmeester' werd
verkozen, werd dit orgaan nieuw leven ingeblazen.
Sindsdien maakte de vrijmetselarij een grote bloei
door en werden in tal van steden loges gesticht.3'
Wat is vrijmetselarij?
In haar meest elementaire vorm is een vrijmetselaars
loge een inwijdingsgenootschap, waarbij men via
de trappen van leerling, gezel en meester stadia van
Het reglement van de Schiedamse loge uit 1779.
Archief Groot-Oosten der Nederlanden, gedepo
neerde archieven inv. nr. 410.
inwijding ondergaat. Tijdens deze inwijdingsrituelen
wordt de kandidaat geconfronteerd met symbolen die,
in samenhang met het geheel van het ritueel, middel
kunnen zijn tot dieper inzicht in zichzelf. Immers,
een inwijding is pas echt een inwijding als het een
inwijding is in de geest. Daarom ook staat de spreuk
'Ken U Zelve' tot op heden boven elke vrijmetselaars
ruimte. De vrijmetselaar leert zo zijn plaats te bepalen
ten opzichte van zichzelf, van zijn medemens en van
datgene wat dat alles overstijgt, het onuitsprekelijke.
En zodanig beoogt hij 'een beter mens' te worden
om op die manier bij te dragen aan de 'tempel der
mensheid' - om het in vrijmetselaarsbewoordingen te
zeggen.
Een aspect dat in verband met de vrijmetselarij - maar
ook met andere genootschappen in de achttiende eeuw
- ook genoemd moet worden is het spelelement zoals
dat tot uiting kwam in de ritualen, de rituele 'hiërar
chie', de reglementen en de 'tafelloges', de maaltijden
na afloop van de inwijdingen. Ook dit spelelement
was (en is) middel tot het beoogde doel.
Omdat de vrijmetselarij geen eisen stelde aan de
sociale of religieuze positie van haar leden zou ze
4/itw/r/1// e X// 7z/rVV/Z t r/f i'?" /.- rys/s
/r/r/Y C/tr ssr< AAtyyy
jst ^s s/sst ttffst «/I y<'s/<
iff///tnttttf t /'<r« (»/tstMsr0s*te
ïs/t ,>s f/t ?s //ft J/s/r^s ts/r st - t'/tst s/t K. //»rA
y t
s/rSf t/stifs- /s/t sssssssyt/pfj/r//ft/sty Stt
i'f/tjts/ït /up/p/ssi est (ft i't't/tst/s es/'f >r,rst //t /ssft/e-
yt'l'fY> srts rt' Ssnr/f /prX't'st/es/fft .^1
4 -
a///V /SsTS't/'A'fSS s Yp/.ffflSSf/rsr, est St ST /s A'P/Stsn
c/ A*/ tttfs/ ssr/Str Yf Jtyt ////ess/
2) Gemeentearchief (GA) Schiedam, archiefnr. 291 inv. nr. 1848
pag. 702 (30 november 1735) en pag. 763 (21 december 1735)
en inv. nr. 2352 (30 november 1735). Over het verbod zie ook M.
Bouman, 'De uitvaert van het Vryje Metzelaersgilde; Een anti-
maconnieke klucht uit 1735', Amsterdam 1993.
3) W.W. Mijnhardt, 'Tot heil van 't menschdom; Culturele
genootschappen in Nederland, 1750-1815', Amsterdam 1987.
A.F.W.M. van de Sande, 'Vrijmetselarij in de Lage Landen. Een
mysterieuze broederschap zonder geheimen', Zutphen 1995.
Scyedam jaargang 43 nr. 3
97