zat ik in de kelder flessen te verzamelen voor het statiegeld Lidwien Meijer Mooie jaren beleefde Jan van der Meer bij Beijersbergen, een hotel-café-restaurant, stalhouderij en taxibedrijf, aan de Vlaar- dingerstraat. "Allebei mijn ouders zijn van boerenafkomst, maar mijn vader wilde bakker worden. We hadden een brood- en banketbakkerij in Zoeterwoude. Een zus van mijn moeder was getrouwd met ome Willem Beijersbergen. In 1912 had ome Willem het bedrijf gekocht van de familie Van Velzen. Die familie had het al sinds 1827 in bezit. Het heette toen Hotel de Visscherij. Daarna werd het Beijersbergen, of ook wel De Beijer. In 1941 overleed ome Willem. Oom en tante hadden geen kinderen en wij waren thuis met dertien kinderen! Mijn broer Leen kwam in het bedrijf in Schiedam en ik logeerde er veel in de vakanties. Heerlijk met de paarden in de stalhouderij. Er waren 26 paarden, twee schimmels voor trouwerijen. Ik was wel paarden gewend: we hadden thuis een hit voor de broodkar en bij mijn ooms in Wassenaar zat ik op de bok bij de hooibouw. In 1950, ik was 17 jaar, ben ik ook in Schiedam gaan werken. Ik ben letterlijk van onderaan begonnen, in de kelder, lege flessen verzamelen voor het statiegeld; een pokkenklus, je was bang dat er ratten zouden lopen. Eigenlijk kreeg ik van alles te doen: de verzorging van de paarden, de koetsen, auto's wassen, telefoon aannemen, 's Avonds kwamen verenigingen verga deren en dan zat ik in de bediening. Ik werd de baas van het hotel. Mijn vader zei: "Dat kan hij wel." Ik kreeg alle kansen en mijn broer Leen was er, die was twintig ouder dan ik. We konden goed met elkaar opschieten. Mijn zussen Trees en Co en een andere broer Wim kwamen ook bij Beijersbergen werken. We woonden in het hotel. Ik sliep met mijn broer op een zolderkamer. We hadden zeven kamers in het hotel. Er kwamen nogal wat vertegenwoordigers. In het café werden veel kaartspellen gedaan, bridge en klaverjassen. Ook gedobbeld, dat mocht wel niet, maar dat gebeurde toch. De glas-in-loodraampjes die hier nog heb hangen, zaten aan de zijkant van het café. Sociëteit de Vrijheid kwam elke maand. En ik weet nog dat de Nederlandse zwemploeg op bezoek kwam. Cocky Gastelaars zat daarin, dat was een Schiedamse. Gerrit Schulte, de wielrenner herinner ik me ook. Op zondagavonden kwam Hermes-DVS na de wedstrijd napraten, bestuursleden en spelers. Elke avond zat er wel een vereniging bij ons te verga deren, bijvoorbeeld gymnastiekvereniging Thor, tot heil onzer ribben betekende dat. Het bedrijf was 24 uur open. 's Nachts werd je nogal eens uit bed gebeld voor een taxiritje. In de dertiger jaren kocht mijn oom de eerste taxi, merk Spijker. De begrafenistak ontstond ook in die jaren. We hadden een lijkkoets en later een lijk- 130 Scyedam jaargang 43 nr. 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2017 | | pagina 22