voor Geneeskunde
IN MEMORIAM.
nog enige patiënten aan. Hij bleef over een betrek
kelijk goede gezondheid beschikken en over een
heldere geest. Wel speelde een toenemende doof
heid hem parten in het onderhouden van contacten.
Op 11 februari 1913 drukte deSchiedamsche Courant
nog de volgende mededeling af: 'Zeker mag wel als
een bijzonderheid vermeld worden dat de 95-jarige dr.
C.J. Vaillant heden nog de trappen van het Stadhuis
heeft beklommen om zijn kiesrecht uit te oefenen.'
Toch kwam natuurlijk onvermijdelijk het einde
en wel op 27 maart 1914. De dag daarvoor had hij
nog een vergadering bijgewoond. Het verhaal over
Vaillant is hiermee echter niet afgelopen. Want wat
gebeurde er met zijn lichaam? We hebben zonder
volledig te kunnen zijn vele functies van Vaillant
genoemd. Eén moeten we echter nog nadrukkelijk
noemen, zijn lidmaatschap van de 'Vereeniging voor
Facultatieve Lijkverbranding'. Hij behoorde in 1874
tot de oprichters. Hij was lid van het hoofdbestuur
en voorzitter van de plaatselijke afdeling. Vaillant
was voorstander van crematie uit overwegingen van
hygiëne, omdat begraafplaatsen een gevaar opleverden
voor de volksgezondheid. Voorts woog voor hem het
vrijheidsbeginsel zwaar. Persoonlijk geloofde Vaillant
niet in een leven na de dood. Hij was een materialist
in filosofische zin: de geest komt uit het materiële
lichaam voort en heeft geen eigen zelfstandigheid,
die blijft voortbestaan. Hij was een geestverwant van
zijn vriend de arts/filosoof Jakob Moleschott. Deze
woonde in het buitenland en bezocht Vaillant thuis
wanneer hij in Nederland was. Hoewel hij officieel lid
was van de Nederlandse Hervormde Kerk, was Vail
lant wat levensbeschouwing betreft een vrijdenker.
Crematie nr. 1
Cremeren was volgens de Begrafeniswet van 1869
niet toegestaan. Van christelijke zijde werd crematie
als een heidens gebruik gezien dat in strijd was met
de gedachte van de lichamelijke opstanding uit
de doden. De Vereeniging werd dan ook fel best
reden. Om druk te zetten op het mogelijk maken
van cremeren, liet de Vereeniging een crematorium
bouwen in Westerveld (Velsen). Vaillant was aanwezig
bij de opening op 27 september 1913. Staande voor
de lijkoven, gaf hij zijn vreugde te kennen de plaats
nog te aanschouwen, waar hij hoopte dat zijn stof
felijk overschot op vaderlandse grond zou worden
verast. In zijn testament had hij bepaald dat hij
TEVENS ORGAAN VAN DE NEDERLANDSCHE -
IAATSCHAPPIJ TOT BEVORD. DER GENEESKUNST.
jaargang 1914. - - Weekblad. Eerste Helft, No. 14.
Zaterdag 4 April.
INHOUD: S. J. HALBERSMTA. In memoriam C. J. VAILLANT. bl. 1025. Nederl.
latschappij tot bevordering der geneeskunst Berichten, bl. 102S. G. F. Gaaren-
ROOM, Over de behandeling van kanker met röntgen-stralen en radio-actieve
>ffen (Met twee platen), bl. 1030. - P. DE VRIES Jzn., De wijkverpleging bij be-
iettelijke ziekten, bl. 1055. - J. G. Slekswijk, De piest op java. bl. 1060.
rsuïstische mededcelingenK. A. ROMBACH. Mazelen tegelijk met scarlati-
.ied De insluitsels van DöHLE. bl. 1062. Referaten: P. F. RICHTER,. De
handeling van de chronische interstitiëele nephritis, bl. 1066. - A. HUSTIN, De
xheiding van het pancreas onder den invloed van sekretine. bl. 1068. - FORNET,
>kkenvirus. bl. 1070. - BUMM e. a.. Radiumbestraling van kankers der vrouwelijke
slachtsorganen. bl. 1071. - NlCOLLE e. a-. Proefondervindelijk trachoom bij
:ren. bl. 1074. - Overzicht van weekbladen, bi. 1075. - Ned. literatuur, bl.
89. Boekaankondigingen: S. FREUD, De droom ais uiting van het onbe-
iste zieleleven. R. Traugott, Der Traum. HAVELOCK ELLIS, De wereld der droo-
:n. bl. 1090. - J. P. KLEIWEG DE Zwaan, Die Heilkunde der Niasser. bl. 1093. -
ASCHOFF e. a.. Pathologische Anatomie, bl. 1096. - M. RüBNER e. a, Hand-
ch der Hygiene, bl. 1098. Feuilleton: A. J. Salm, Een polikliniek ir> de
alpêtrièrebl. 1098. Beroepsbelangen. bl. 1100. Ingezonden: H. BURGER,
uuurgenezing? bl. 1102. - Koninklijke Pharmaceutische Handelsvereeniging, Een
val van acute phosphorvergiftigmg. bl. 1103. - W. D. VAN RENESSE, Eugenese en
cohol. bl. 1103. Berichten: Wetten, besluiten, enz. bl. 1104. - Buitenland.
1105.. - Binnenland, bl. 1106. - Personalia, bl, 1109. - Vacante plaatsen, bl. 1109. -
:rbetering, bl. 1110. Vereenigingsverslageu: Genootschap ter bevordering van
ituur-, Genees- en Heelkunde te Amsterdam. Sectie voor heel- en verloskunde, bl. 1111.
Rotterdam, 29 Maart 1914.
DR. C. J. VAILLANT,
19 October 1818—27 Maart 1914.
De Nederlandsche maatschappij tot bevordering der geneeskunst
;eft een groot verlies geleden. Onze nestor, de eenig overgebleven
ichter der maatschappij, de zoo waardige en beminde dr. C. J.
MLLANT is den 27sten Maart 1914 te Schiedam overleden.
Het geslacht VAILLANT is afkomst uit Rijssel. Een der voorvaderen
\RTHOLOMEUS VAILLANT is omstreeks 1650 van daar verhuisd naar
msterdam. Dr. C. J. VAILLANT is geboren den 19den October 1818
Maassluis. Zijn vader CHRISTIAAN JOHANNES VAILLANT geb. te
nkhuizen 10 Jan. 17^2, was med. doctor te Maassluis, lid der prov.
Staten van Zuid-Holland, ridder der orde van den Ned. Leeuw,
rverleden te Maassluis 28 Mei 1863. Hij huwde te Warmond 14 Oc-
ober 1813 met zijn nicht ANNA MARIA JACOBA BIJLEVELD, geb. te
-*eiden den I5den November 1787, overleden te Maassluis 23 De-
:ember 1862.
VAILLANT had een uitstekende opvoeding genoten, men merkte
iadelijk aan hem dat hij van goeden huize was. Na zijn promotie te
Leiden den 17d«> Mei 1842 ging hij voor een jaar naar Parijs waar
lij zeer veel heeft geleerd van de lessen van VELPEAU, BLONDIN,
*OUX, LISFRANCK en RICORD. In 1843 vestigde hij zich te Schiedam,
vaar hij als bekwaam geneesheer spoedig een groote praktijk ver
wierf. Hij huwde tweemaal, eerst te Brielle den 18den Oct. 1843 met
MEELTJE HELENA VILLERIUS, die echter den 16den Oct. 1845 over-
eed, en daarna te Schiedam den 6den Aug. 1847 met MARIA ELIZA-
3ETH LOOPUYT, geb. den 23»ten Maart 1824 en overleden den 10<kn
December 1860. Hij laat vijf dochters na en talrijke kleinkinderen en
ïn achterkleinkinderen.
Niettegenstaande VAILLANT's tijd zeer was ingenomen onderhield
hij steeds de vriendschap met uitmuntende mannen en hield hij de
wetenschap vlijtig bij. Dr. BLOM COSTER, dr. MOLEWATER, dr.
4EYE, prof. DONDERS, prof. MOLESCHOTT, prof. H. HALBERTSMA
m prof. BOOGAARD bezochten zijn gastvrije woning dikwijls. De
leide laatstgenoemden, toen nog ongetrouwd, kwamen een tijd lang
ederen Zondag bij hem microscopiseeren. Zij bleven dan na den
irbeid bij hem eten en genoten van een aardig gezelschap van dames
ïn heeren en in den zomer van zijn prachtigen tuin.
Toen ik VAILLANT leerde kennen (in 1871) was hij reeds 52 jaar oud.
Maar hij was nog in zijn volle kracht. Als geneesheer te Schiedam
was hij hooggeacht en bemind, vooral ook door de armen, aan wie
lij veel goed deed. Zijn honorarium voorde behandeling van diaconie-
irmen vond men steeds terug in het kerke-zakje. Hij was een voor-
leeld en steun voor zijn collega's en voor hun nagelaten betrekkingen,
ïls dezen steun behoefden. Tot aan het einde van zijn leven was hij
:en uitnemend lid van het bestuur van het ondersteuningsfonds. Hij
>ekleedde tweemaal het voorzitterschap onzer maatschappij, de eerste
naai in 1865 na de aanneming van de nieuwe wet op de geneeskunde,
le tweede maal in 1877 na het invoeren der nieuwe wet op het
ïooger onderwijs. Bij gelegenheid van zijn 50-jarig jubileum heeft
iet hoofdbestuur hem uit erkentelijkheid voor zijn vele diensten
>enoemd tot permanent adviseerend lid van het hoofdbestuur. Op
;ijn 60sten promotiedag werd hem zijn portret aangeboden geschilderd
loor den heer DE JOSSELIN DE JONG met een album bevattende de
lamen van 270 vrienden, die daartoe hadden bijgedragea. En toen
VAILLANT in 1912 zijn 70-jarig jubileum als doctor vierde, overhan
digde dr. JUDA hem uit naam van velen, ten bewijze van dankbaar-
leid en vriendschap, zijn buitengewoon geslaagde beeltenis en „pla
quette", vervaardigd door de kunstige hand van mevrouw SCHREVE-
YZERMAN.
Gedurende meer dan vijftig jaren was dr. VAILLANT in zijn woon
plaats oprichter en bijna voortdurend voorzitter van bijna alle nuttige
vereenigingen aldaar. Buitendien (op verlangen van THORBECKE)
schoolopziener van 1864—1881. In die hoedanigheid is hij benoemd
tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
Toen ik hem leerde kennen had hij alles mee. Een fraai gevormd
gelaat, een flink forsch lichaam en een goede gezondheid naar lichaam
ïn geest. Een groote werkkracht en een daaraan evenredige lust tot
werken. Hij had een uitstekend geheugen en sprak zeer gemakkelijk.
Tot aan het laatst van zijn leven las hij veel en met vrucht. De jon
geren onder ons mogen wel bedenken, dat wat zij van onzen nestor
hebben gezien op zijn buitengewoon hoogen leeftijd slechts kon zijn
de schaduw van vroegere kracht.
Groot leed is VAILLANT niet gespaard, maar hij droeg het als een
man betaamt.
In den laatsten tijd werd hij gekweld door emphyseem en arterio-
sklerose. Den 22sten Maart had hij aanvallen van hartkramp. Toen
ik hem den daarop volgenden morgen bezocht, was hij reeds om
half acht opgestaan en was hij zeer kalm. Ik heb mij toen een half
uur zeer aangenaam met hem onderhouden. Hij sprak o. a. over het
ondersteuningsfonds en rekende er op, dat wij den 5den April te
Schiedam zouden vergaderen, ten zijnen huize. Den 26sten Maart
woonde hij nog een vergadering bij en hield toen een zeer goede
cede. Dien dag voelde hij zich verder goed. Maar den 27sten Maart
kwamen de benauwdheden terug, die een einde aan zijn dierbaar
leven maakten.
Velen zullen hem erg missen.
Maar ons past behalve het gevoel van smart nog iets anders. Ons
past dankbaarheid. Dankbaarheid voor alles wat VAILLANT voor
zoovelen is geweest, dankbaarheid in het bijzonder voor wat hij heeft
kunhen doen om onzen stand hoog te houden en voor wat hij ge
weest is voor onze maatschappij. Gedurende een halve eeuw was
VAILLANT voor de leden onzer maatschappij het meest sympathieke
voorbeeld van een hoogstaand geneesheer. Zijn rechtschapenheid er
onkreukbare eerlijkheid gingen gepaard met gezond verstand er
praktischen zin en werden slechts geëvenaard door zijn eenvoud, offer
vaardigheid en zeldzame welwillendheid.
Requiescat in pace. Dr. S. J. HALBERTSMA.
In memoriam Dr. C.J. Vaillant 19 October 1818-27 maart 1914. Bron: lvc-online.nl
138
Scyedam jaargang 43 nr. 4