De 'Nieuw Amsterdam' met een lengte van 188 meter kon nog net in het Gemeente dok IV van 177 meter terecht, maar later moest zij haar grootste schip in Southampton laten dokken. Dit beviel helemaal niet en de HAL drong er bij Wilton op aan een optie te nemen op een terrein bij de Vijfsluizen te Schiedam, met het doel om in de toekomst een groot dok aan te schaffen. Zij wilde een renteloze lening verstrekken van 4,9 miljoen gulden. Er waren leden van het familiebedrijf Wilton die daar niets voor voelden, omdat 'Delfshaven' nog in ontwikkeling was en bovendien de HAL twee mensen in de directie kreeg. Andere familieleden zetten door en sommigen traden hierna uit het bedrijf. Grootste dok In 1916 kocht Wilton grond van het baggerbedrijf Volker, die het terrein had opgespoten. Een groot dok kwam ook in zicht, want in Hamburg was voor de Oostenrijk-Hongaarse Marine een dok gebouwd. Deze Marine bestond echter niet meer na de Eerste Wereldoorlog. In 1920 werd dit dok naar Schiedam gehaald, want Delfshaven was 'vol'. Het dok was aanzienlijk groter dan het tot dan toe grootste dok van Rotterdam, het Gemeentedok IV. Sterker nog, tot ver na de Tweede Wereldoorlog bleef het Wilton dok één van de grootste particuliere dokken in de wereld. Het verloop De Eerste Wereldoorlog en zijn nasleep had ook hier grote invloed. Stijgende staalprijzen en te late toele veringen, die niet altijd verhaald konden worden, brachten de jonge werf Nieuwe Waterweg zodanig in moeilijkheden dat zij in 1925 met hulp van de Rotterdamsche Bank door de RDM werd overge nomen. Tot kort na de Tweede Wereldoorlog heeft RDM hier schepen gebouwd. Daarna is de werf verdergegaan als reparatiebedrijf, met een eigen klantenkring en had drie, na 1959 vier dokken. Na een korte bloeiperiode na de oorlog keerde het tij en ging het al minder met de scheepsbouw. De overheid liet in 1961 het strakke centraal loonbe- leid los. Er kwam in dat jaar een loongolf van 6,7 procent en in 1963 een van 9 procent. Men kon niet meer concurreren met landen in het Verre Oosten. Hoewel de werven zich ook op andere producten gingen toeleggen, redden deze het niet. In 1978 werden Werf Gusto en de Nieuwe Waterweg gesloten. En later werd van Wilton-Fijenoord ook slechts een klein deel voortgezet. Maar dat is een ander verhaal.^ Schiedam kreeg een impuls toen het 1927 opdracht kreeg om het grote passagiersschip 'Statendam' af te bouwen. Dankzij een lening kon de HAL, die in moeilijkheden was geraakt, het schip laten afbouwen. Het lag al een tijd in Belfast bij Harland Wolf waar het al in 1924 te water was gelaten. In 1929 kwam ook nog de fusie met het gerenom meerde, uit 1823 stammende, 'Etablissement Fijenoord', die grote scheepsbouw (onder andere voor de Marine), machine- en motorenbouw inbracht. Schiedam werd versneld in exploitatie genomen en in 1933 werden de andere dokken naar Schiedam overgebracht. Literatuur: Jef Jansen, 'De toekomst van Schiedam ligt aan de Maas' (Honderd jaar Wilhelminahaven) Scyedam nr. 3 2016 Dr. Ir. J.U. Brolsma, Havenskranendokken en veren'Utrecht, 2007 Gem. Archief Schiedam Verslagen Kamer van Koophandel. Scyedam jaargang 44 nr. 1 23

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2018 | | pagina 23