OPEIBABE VERK10P1IE m SCHOENERSCHIP djj Yrijöag 4 April 19Ö2, „QUINTUS", met staand en toepend want, ankers, kettingen, touwen cn Tenteren inventaris, Bijzondere bedrijven Orang oetang des voormiiiti#gs te elf uur, in hei gebouw thfVSIS SJOSUitaan de Lange Haven te Schiedam van "TP. het Neiiorlantlseh groot volgers meetbrief bruto 4273- kubieke roeter of 150" tonnen van 2" kubieke meter ea netto 4t)S" kubieke meter of 544" tonnen, itggemfe in de Buitenhaven te Schiedam en laatstelijk gevoerd door Kapt. P. BOEIJING. De verkooping zal geschieden door Mr, H. M, C. POORTMAN, Notaris te Schiedan, te wiens kantore nadere inlichtingen te be komen rij». In 1902 werd de laatste Schiedamse zeilschoener geveild, de Quintus. Deze was van het rederijbedrijf van F.W. van der Eist Co., de laatste rederij van Schiedam wereld voeren. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde zich op dit terrein houthandel Jongeneel. In 1852 kwam er een glasblazerij, gevolgd door een tweede in 1897: 'De Schie'. Hier lag ook een buurtschapje 'Nieuwsticht', waar veel arbeiders van de glasfabriek woonden. In 1836 werd de Ijzergieterij van Nolet opgericht, die werkte met uit Engeland geïmporteerde broodjes ijzer. Het bedrijf, waar eens tachtig man werkten, werd in 1869 opgeheven, terwijl het, volgens de verslagen, toch heel goed liep. Maar al in 1865 trok Arnoldus Nolet, een van de twee leidinggevende broers, zich terug uit het bedrijf. In 1911 vestigde zich op de Buitenhavenweg distil leerderij De Kuyper, die hier nog altijd gevestigd is. Tor in de jaren tachtig was er de Anker- en Kettingfa- briek. Thans wordt een groot deel van de straat gevuld met panden van distilleerderij Nolet. Via een tunneltje onder het water staat het in verbinding met het bedrijf aan de Hoofdstraat, waar het langzamerhand het hele terrein dat direct aan de Buitenhaven grenst, in bezit heeft gekregen. In 1909 vestigde zich op de Hoofdstraat 34-36 de uit 1895 stammende 'stoomwagenfabriek' Arij Jordaans, landelijk bekend leverancier van reinigingsmaterieel. Dit bedrijf, dat tot 1960 heeft bestaan, kwam toen op de locatie van een ander bekend bedrijf: siersme- derij Vincent. Vincent begon in 1836 op werf 'De Nijverheid een smederij. Smitswerk is voor een werf een normale bezigheid en het is niet duidelijk of hij in dienst was of dat hij daar een eigen bedrijf had. Vincent is bekend geworden om zijn fraaie gesmede hekken. De fontein op het Binnenhof (ontwerp Pierre Cuypers) bestaat nog steeds. Voor de overkapping van het Centraal Station Amsterdam (geleverd door werf Fijenoord) maakte Vincent in 1884 de gesmede versieringen. In 1895 werd het bedrijf overgenomen door Beukers en kreeg het een heel ander karakter. Verder was er de bekende zeilmakerij van Mak op nr. 91. Het veevoeder/graanhandel bedrijf Gebr. Egberts met een losinstallatie aan de Voorhaven was duidelijk herkenbaar. Koelhuis en Ijsfabriek 'De Maas' was op nr. 57 gevestigd. De bedrijven liepen soms door tot aan een afwateringssloot die 60 tot 100 meter achter de Hoofdstraat liep. Daarachter was het nog heel lang landelijk. Omstreeks 1865 waren er de boerderijen van C. van der Burg, J. Boogaards (nr. 237) en Bernard Huijskens (nr. 239). Verder C. van der Most en later Doeleman op Hoofdstraat 85. In deze oude boerderij vestigde zich mandenmakerij Van Mourik. Vanaf 1910 nam de bebouwing van de nieuwe wijk steeds meer land in beslag.Tussen 1902 en 1917 had Schiedam een paardentramlijn tussen het Hoofd en het treinstation, aan de andere kant van de stad. De remise, op Hoofdstraat 30, bestond uit een houten gebouw, met daarachter een stal voor twintig paarden. Op deze plaats stond vroeger molen 'de Ploeg'. Op Hoofdstraat 137 woonde Michiel van Engers (Hellevoetsluis 1839 - 1909 Schiedam). Hij had een slijterij en daarnaast een handel in koffie, thee, jenever en odeurs. Maar dit was niet zijn voornaamste 50 Scyedam jaargang 44 nr. 2

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2018 | | pagina 14