Een stad vol sloppen Alles speelde zich af in dezelfde woonruimte Wim Snikkers Voor veel mensen was het een schok. Auke van der Woud publiceerde een aantal jaren geleden zijn studie over de woontoestanden in de negentiende eeuw; 'Een koninkrijk vol sloppen'. Ook in Schiedam waren buurten, waar mensen in stegen en sloppen of gangen achter 'nette' huizen onder erbarmelijke omstandigheden leefden. De toestand omstreeks 1900 In de jaren rond de eeuwwisseling veranderde er veel op het gebied van wonen en woonomgeving. De hygiënische situatie verbeterde, er kwam een water leiding en er werden riolen aangelegd. In Schiedam werd het slotenstelsel Broersveld, Lange Kerkstraat, Kreupelstraat en aanliggende sloten gedempt. Deze waren gewoon open riolen, waar mensen hun afval in deponeerden maar ook water uit tapten. Maar het zou nog meer dan een halve eeuw duren voor dat dit slotenstelsel noordelijk van de Schie in begin jaren vijftig werd gedempt. Nederland had in die tijd zon vijf miljoen inwo ners, van wie er twee miljoen werden beschouwd in armoede te leven. Landelijk werd minder dan vijf procent gerekend tot de hoogste stand, de helft behoorde tot het werkvolk en de rest was midden stand. Ieder kende zijn plaats. Men was zeer klassen bewust. Van de derde stand, het werkvolk, stond de meesterknecht het hoogst in aanzien en de dagloner en de los werkman het laagst. Maar een groot deel (soms wel een kwart van de bevolking en soms ook tijdelijk) waren 'bedeelden', die bijvoorbeeld door werkloos heid nauwelijks inkomsten hadden en van wie hun kinderen met chronische sluiphonger rondliepen. Volgens de volkstelling van 1899 telde Schiedam, met ongeveer 27.000 inwoners, 5.808 woningen. Hiervan waren 1.600 eenkamerwoningen en 2.498 twee kamerwoningen. De rest had drie of meer kamers. Statistisch gezien waren de woonomstandigheden hier nog slechter dan in de grote steden Amsterdam en Rotterdam. De eerste verordeningen in Schiedam In Schiedam was op 27 oktober 1854 een verorde ning vastgesteld 'op het bouwen en betrekken van nieuwe, alsmede tot het ontruimen van ongeschikte woningen'. Zij was de eerste gemeente in ons land die zoiets instelde. De minimumafmetingen van de woonruimte werden vastgesteld, evenals de afstand tot de andere bebouwing. Andere bepalingen betroffen toetreding van licht en lucht. Er moesten bovendien een tochtportaal zijn en een privaat (toilet). In 1859 heeft een deel van de gemeenteraad vergeefs getracht de eisen te verlichten. De bouwkosten waren met de helft gestegen, van 600 100 Scyedam jaargang 44 nr. 3

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2018 | | pagina 28