ft V;. 'W - Acronius, door een latere biograaf'een zeer onverdraag zaam en onrustig man' genoemd, overleed te Schiedam in 1611 en werd opgevolgd door zijn schoonzoon Eleazar Swalmius (1582-1652). Ook Swalmius was een uitgesproken tegenstander van de remonstranten. En dan was er nog de zeker zo onverdraagzame, uit Rotterdam verbannen predikant Cornelis Geselius, die in Schiedam als 'gastpredikant' optrad en die zijn Rotterdamse aanhangers had meegenomen. Dit alleen al zou voldoende conflictstof geven.2' De classis Schieland De verschillen in de opvattingen tussen Schiedam en andere kerkelijke gemeenten in de regio werden vooral duidelijk in de classis, de vergadering van afgevaar digden van de kerken in de regio. In 1610 kwam het daar tot een scheuring, waarbij aan het hoofd van de remonstrantse groep Rotterdam stond en aan het hoofd van de contraremonstrantse groep Schiedam, tezamen met zes andere gemeenten. Ging de scheuring zelf over een andere zaak, daarnaast verweet men Schiedam, ondanks eerdere waarschu wingen, lidmaten van andere kerken aan het avond maal te ontvangen. Dit waren lidmaten, al dan niet in het gevolg van Geselius, die het niet eens waren met de remonstrantse prediking in hun eigen kerk. Zulke kerkgangers werden uitgescholden voor 'slijkgeuzen', contraremonstranten die door weer en wind over beslijkte wegen de deelname aan een kerkdienst in een omliggende gemeente verkozen boven de remon strantse prediking in de eigen woonplaats.3' De tegenstander van Acronius in de classis was met name de Rotterdamse predikant Nicolaes Grevincho- vius die een van de ondertekenaars was geweest van de 'Remonstrantie'. Maar Acronius nam dit verwijt niet. Hij meldde zich in april 1611 bij het college van schout, burgemeesteren en schepenen4' met het betoog dat de Rotterdamse afgevaardigden een klacht bij de Staten van Holland hadden gedeponeerd over het Schie- damse gedrag. Schiedam zou Rotterdamse lidmaten hebben aangedrongen in Schiedam ter avondmaal te gaan. Maar dat was niet zo, integendeel, Schiedam had het die lidmaten juist ontraden, maar dat had niet geholpen, zodat men hen gewetenshalve wel moest toelaten.5' Bemiddeling van het stadsbestuur Ook het stadsbestuur was nu dus bij deze kwestie betrokken. Op 17 augustus van hetzelfde jaar ontvingen schout, burgemeesteren en schepenen afge vaardigden van het stadsbestuur van Rotterdam. Zij klaagden eveneens over het toelaten van lidmaten uit Rotterdam en verzochten dit tegen te gaan, dit in het belang van de goede nabuurschap. Voorts wezen zij op het besluit van de Staten van Holland waarin de predikanten tot gematigdheid werden gemaand. En zij stelden voor deze kwestie met twee predikanten Portret van Eleazar Swalmius, schoonzoon en opvolger van Ruardus Acronius, geschilderd door Rembrandt. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten Antwerpen, inventarisnummer 705. 2) Zie Biografish lexicon van het Nederlands Protestantisme, Kampen, 1978-1998 en B. Glasius, Godgeleerd Nederland, 's-Hertogenbosch 1851. 78 3) A.Th van Deursen, Bavianen en slijkgeuzen. Kerk en kerkvolk ten tijde van Maurits en Oldenbarnevelt, Franeker 1998. 4) Gemeentearchief Schiedam (verder GASDM), archief van het college van de weth, archiefnr. 291 (verder ACW) inv. nr. 248 fo 90vo. 5) A. van der Poest Clement, manuscript over de geschie denis van de Hervormde gemeente Schiedam, hoofdstuk 'De gemeente van de alteratie tot de synode van Dordrecht', GASDM, verzameling handschriften, archiefnr. 326 inv. nr. 81-5. Scyedam jaargang 44 nr. 3

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2018 | | pagina 6