ÖS^êsskêSS
-S^gSS"
Jr&lf*-
Un trcffelijcke 0lJ%
onttmcDcDtnoptiifm-
^„cgtjsutuiwmN.l. R.
damse kerkenraad, waarna een antwoord zou worden
opgesteld door burgemeesteren en gecommitteerde
vroedschappen. Dit antwoord luidde dat de ervaring
had geleerd dat het overleg toch geen zin zou hebben
en dat men het beter vond een synode af te wachten.
Dit antwoord was dus gelijk aan dat van de Schiedamse
kerkenraad in het voorafgaande jaar. Wel wilde men er
voor zorgen dat de Schiedamse predikanten zich gema
tigd zouden gedragen, maar inzake de avondmaal-
gangers van andere gemeenten verwees men naar het
eerdere standpunt dat dat niet zonder gevaar van verlies
van de 'staet van eenicheyt' zou kunnen gebeuren. Die
enigheid was er natuurlijk allang niet meer, tenzij men
die onder de contraremonstranten bedoelde.
Het stadsbestuur stelde zich hier dus achter de Schie
damse kerkenraad, ondanks dat men, zoals we eerder
zagen, verdeeld was. En die verdeeldheid zou ook later
nog blijken.'2'
Schiedam en de Staten van Holland
Schiedam was een van de achttien steden die in de
Staten van Holland, het landsbestuur, waren afgevaar
digd. Naast de ridderschap, die het platteland werd
geacht te vertegenwoordigen, had elk van de steden één
stem. De vergadering werd voorgezeten door de lands
advocaat, in die jaren Johan van Oldenbarnevelt. De
agenda van de Staten werd dan ook in de vergadering
van de vroedschap behandeld. De kerkelijke onenig
heden kwamen vele malen aan bod, logisch aangezien
in die jaren de kerkelijke onrust alleen maar toenam. In
de Hollandse steden ontstonden rellen tegen de remon
stranten, terwijl Rotterdam zich aan de remonstrantse
zijde schaarde door de activiteiten van de contraremon
stranten te verbieden. De Schiedamse afgevaardigden
waren meestal voor het bevorderen van de rust en
eenheid, maar in april 1616 pleitten ze voor een provin
ciale synode om de kerkelijke meningsverschillen daar
'ten principale', af te handelen, 'hoe eer hoe beter'. Ook
was men voor de handhaving van de publieke autori
teit in zowel kerkelijke als politieke zaken, opmerkelijk
genoeg een remonstrants standpunt. En men stelde
zich achter maatregelen die de onderlinge tolerantie en
verdraagzaamheid zouden bevorderen. In februari 1617
pleitte Schiedam wederom voor een provinciale synode.
De Staten versus Maurits
Maar de onrust werd niet bedwongen, integendeel. Het
was dus een kwestie van de openbare orde en daarom
besloten de Staten van Holland in april 1617 akkoord
te gaan met het aannemen van 4000 waardgelders.
Dit waren voor wachtdiensten aangenomen soldaten
voor de handhaving van de rust. Schiedam was vóór
de werving, mits de stad over een deel van de lichting
kon beschikken. Dit bracht de Staten in rechtsreeks
conflict met de Stadhouder, prins Maurits. Hij was dan
weliswaar eerste dienaar van de Staten van Holland,
maar hij was tevens opperbevelhebber van het leger
en dat was hij niet namens de Staten van Holland
maar namens de Staten-Generaal. Het aannemen van
waardgelders die niet onder zijn bevel vielen, vatte hij
op als aantasting van zijn gezag. Hij ging nu dan ook
nadrukkelijk partij kiezen door, nadat de contrare-
HgRgaêuï
--uitende niet alleen
nu« «>c dr Kcrck;„op-ght[cfcn.
*5\Qcjo®°^-^-3
Een van de talloze pamfletten die tijdens het Twaalf
jarig Bestand verschenen, deze gedrukt te Schiedam
in 1611. Gemeentearchief Schiedam, bibliotheeknr.
4348s5.
12) GASDM, AV inv. nr. 2 fo 272-274.
80
Scyedam jaargang 44 nr. 3