monstranten in Den Haag de Kloosterkerk in beslag hadden genomen, demonstratief de preken daar te bezoeken. De Staten van Holland namen op hun beurt de 'Scherpe Resolutie' aan volgens welke een nationale synode werd afgewezen en de steden werd toegestaan waardgelders aan te nemen. De afwijzing van een nati onale synode deed men met een beroep op de 'Unie van Utrecht', die religiezaken een provinciale en niet een nationale aangelegenheid had verklaard. Toen het punt van een nationale synode in november 1617 in de Staten-Generaal aan de orde kwam, stemde Holland dan ook tegen. De vroedschap verdeeld Dit was aanleiding voor Maurits in een aantal steden in te grijpen, zo ook in Schiedam. Op 27 en 28 november bezochten Maurits en zijn gevolg onze stad, riep de vroedschap bijeen en zette die onder druk om op de eerstkomende volgende vergadering te beslissen over een nationale synode. De vergadering daarop echter, besloot de vroedschap in de Staten van Holland slechts in te stemmen met een provinciale synode, en pas als die geen uitsluitsel gaf met een nationale synode. In maart 1618 stond dit punt wederom op de agenda en nu was de vroedschap verdeeld in twee kampen. Twaalf leden stemden voor een provinciale synode en twaalf leden voor een nationale synode. De helft van de vroedschap was dus op de hand van Oldenbarnevelt, die tegen een nationale synode was, de andere op de hand van Maurits die daar voor was. 13' De zaak escaleerde verder: Maurits verving stads bestuurders in een aantal steden in Gelderland en Overijssel en nadat hij van de Staten-Generaal buiten gewone volmachten had gekregen liet hij onder meer Van Oldenbarnevelt arresteren vanwege diens bijstand aan de stad Utrecht waar een bloedbad dreigde. In de vroedschapsvergadering van 10 september 1618 werd hiervan verslag gedaan en ook van de pogingen om de gearresteerden vrij te krijgen. Gemeld werd dat Maurits had gezegd dat het hem leed deed, maar dat hij niet bij machte was hier iets aan te veranderen omdat het was gebeurd op last van de Staten-Generaal. Een bloedbad in Utrecht was zo voorkomen.14' De wetsverzetting Nadat Maurits eerder in andere provincies een aantal vroedschapsleden had vervangen, deed hij dat nu ook in Holland: hij verzette de wet. Op maandag 24 september 1618 kwam hij naar Schiedam en verzocht burgemeesteren om de volgende dag de vroedschap bijeen te roepen. Op dinsdag kwam de vroedschap, op twee leden na, bijeen. Eén lid was namelijk overleden en een andere verbleef buiten de stad. De stadhouder nam zijn plaats in de 'raetcamer' in, hield daarna een korte toespraak over de 'drouvighe swaricheyt' in Holland en ontsloeg vervolgens alle vroedschapsleden van hun eed. Zij verlieten daarna de zaal, waar alleen de stadhouder, kapitein Morgan15' (wiens compagnie in Schiedam in garnizoen lag; Maurits had het leger dus meegenomen), de secretaris van de stadhouder en de stadssecretaris achterbleven. Daarna verzocht hij de drie stadsboden elk acht personen op te roepen. Nadat aldus 24 personen in het stadhuis waren verschenen, legden zij de eed af ten overstaan van de stadhouder, die nog vermeldde dat de dienst van het land dit vereiste en dat men hierin geen aantasting van de stedelijke privi leges en gewoonten mocht zien. Met de nieuwe vroed schap bleek dat er zeven personen vervangen waren, inclusief het vroedschapslid dat eerder was overleden. Zeventien oude leden bleven dus gehandhaafd.16' Na de wetsverzettingen kon eindelijk worden besloten tot een nationale synode. Nadat de remonstrantse afvaardiging daar uit de vergadering was verjaagd, legde de synode de leer in contraremonstrantse zin vast. Remonstrantse predikanten ontvluchtten de Republiek. Van Oldenbarnevelt werd ter dood veroor deeld en terechtgesteld. In Schiedam zou hierna nog driemaal de wet worden verzet en wel in 1672, 1748 en 1787. 4 13) GASDM, AV inv. nr. 2 fo 278, 279, 283, 285, 287, 288, 290. Zie verder noot 1 14) GASDM, AV inv. nr. 2 fo 297vo. 15) Betreft Eduard Morgan, zie over hem H. van Broekhoven, 'Morgan, bewoners van weleer', in Plantagekrant 21e jaargang nr. 75 pag. 19. 16) GASDM, AV inv. nr. 2 fo 298. Scyedam jaargang 44 nr. 3

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2018 | | pagina 9