xhiecam
Schiedamse schip H. Vincentius van Paolo, dat in
1851 op de werf De Lelie is gebouwd, ligt in de haven
van Antwerpen. Tien maanden lang vaart hij mee
naar Engeland, Kroonstad, Rusland en de Oostzee.
Daarna volgt er nog een reis naar Rusland, Zweden
en het Middellandse Zeegebied.
Weer thuis krijgt hij, tegen de zin in van zijn familie,
verkering met het rooms-katholieke meisje Betje. Ze
maken trouwplannen. Arie meldt zich bij de Marine
in Den Helder en krijgt honderd gulden handgeld en
drie maanden voorschot. Helaas verneemt hij van zijn
broer dat Betje zich ongepast gedraagt. De verkering
is dus uit. Dan volgt er een spannende wending in het
verhaal. Arie besluit te deserteren. Geholpen door de
Schiedammer Jan de Munnik stapt hij als versteke
ling op een Russische bark, bemand door Engelsen.
Vandaar stapt hij over op een Engels schip. Hij neemt
een andere naam aan: Johan de Maare, en vaart verder
via Barcelona naar Riga en Rusland.
Amerika
Het is ondoenlijk om al zijn avonturen te beschrijven,
dus ik vat de volgende periode samen. Veertien jaar,
van 1867 tot 1881, blijft hij in de Verenigde Staten.
Hij heeft uiteenlopende baantjes, vaak als bewaker. In
1874 trouwt hij met Mary Maknamara en ze krijgen
een kind. Arie schrijft voornamelijk over zijn werk,
over Sunderland (Massachusetts), mensen die hij
tegenkomt, zijn ervaringen met Amerikanen en speci
fiek met zwarte Amerikanen. Over zijn gezinsleven
schrijft hij nauwelijks. Mary wordt ziek en sterft jong.
Arie besluit hun driejarige dochter achter te laten bij
een getrouwde maar kinderloze zus van Mary en gaat
naar Nederland.
GEMEENTEARCHIEF
De medaille. Loden Willem genaamd, die militairen kregen voor hun aandeel in de Atjehoorlog (1873-1885) GAS
beeldnr. 34784
Scyedam jaargang 44 nr. 4
121