Een golf vissersschepen
Tot 1924 kwamen er loggers naar Schiedam
Wim Snikkers
- ëciicfit aan Se aBuitenltavevv ScfiieSam.
pen qeteeS.cm naai i&ee te qaevn.
Omdat Scheveningen geen haven had
voor de nieuwere loggers, werd Schiedam
een haringstad.
Vanaf 1889 nam in Schiedam vrij plotseling het
aantal binnengelopen visserijschepen toe, die op
haring visten. De oorzaak was dat de manier van
vissen op het eind van de negentiende eeuw veran
derde en daarmee ook het scheepstype. Voorheen
viste men met bomschuiten, die een platte bodem
hadden en daarom direct op het strand konden
'landen'. En eventueel met veel pk's (drie of vier span
van elk drie paarden) hogerop getrokken werden.
Daarna kwamen de loggers die, omdat zij een 'kiel'
hadden (een meer gevormd onderwaterschip), in
een haven moesten aanmeren. Maar Scheveningen
had geen haven! In Schiedam ontving het grootste
aantal vissersschepen in 1904: 242 stuks. In dat jaar
werd de Scheveningse haven in gebruik genomen en
nam in Schiedam het aantal af, maar was in 1913
nog altijd 126 stuks. Tot 1924 kwamen er nog wel
loggers naar Schiedam.
De Hoop
Van omstreeks 1884 tot december 1909 was er
ook een Schiedamse rederij: 'De Hoop'. Deze had
vijf schepen, en een pakhuis in de Makkerstraat.
Op dat moment was dit bedrijf al eigendom van
de Scheveningse rederij A. van der Toorn, die in
Schiedam al (een deel van) haar vloot (letters SCH
op de schepen) had ondergebracht. De schepen van
'De Hoop' (met de letters SDM) werden opgenomen
in de reeds bestaande vloot. Maar wat gebeurde
er met de haring? Zou deze door de twee Scheve
ningse rederijen (want ook Jac. den Duik Zonen
De Buitenhaven en Buitenhavenweg gezien van af een punt bij distilleerderij De Kuyper, in de richting van de
Koemarktbrug. Met haringloggers op rij. (SCH Scheveningen. (uitgave J. van Diggelen GAS beeldnr. 32161)
136
Scyedam jaargang 44 nr. 4