gebied van knopen en steken (schiemannen), navi gatie, vaarreglement, kompaskennis, betonning en kennis over rangen en standen van de Koninklijke Marine en het zeekadetkorps. En hoe mooi de ruimte aan de Lange Haven ook was en hoe fijn dat deze beschikbaar werd gesteld, het was wel iedere zaterdag een heel gedoe met het passeren van bruggen en sluizen voordat de zeilen konden worden gehesen. Daarbij, een volwaardig zeekadetkorps hoort nu eenmaal een echt oplei dingsschip te hebben. Dat kwam er in 1953, in de vorm van het door het Loodswezen wegens veroude ring uit dienst gestelde stoomloodsvaartuig 'Spica', gebouwd in 1923. Roest bikken Hier is nog een aardig verhaal aan verbonden, want hoewel de 'Spica' wel aan de Schiedamse kadetten was toegezegd, was dit nog niet officieel. Het Schiedamse korps was echter zo enthousiast over het toekomstige onderkomen, dat het in korte tijd enkele sleepboten regelde om het schip in IJmuiden op te halen en vervolgens naar Schiedam te slepen - zonder dat het loodswezen daarvan op de hoogte was. Ook de overdrachtspapieren waren nog niet getekend! Dit werd niet gewaardeerd en het korps werd dan ook door Rijkswaterstaat van diefstal en muiterij beschuldigd. Gelukkig kon een en ander snel en diplomatiek worden gladgestreken en mocht het schip in Schiedam blijven liggen. Scheepswerf Gusto stelde als gastwerf aan de Voorhaven een ligplaats ter beschikking. Maar wat zag het schip er uit! Zij had enkele jaren stilgelegen, en er was al die jaren vrijwel geen onder houd meer gepleegd. Het schip kon niet meer varen, dikke plakken roest en andere tekenen van verwaar lozing waren overal zichtbaar en het leek wel alsof het schip door de verf bij elkaar werd gehouden. Het werd voor de kadetten een lange winter van klussen, roest bikken en verven voordat de 'Spica' enigszins toonbaar was en officieel in dienst kon worden gesteld. Uit deze tijd stamt ook de nog immer gebruikte Spica-yell, die door de kadetten bij speciale gelegenheden ten gehore wordt gebracht. Saillant detail is ook dat de havenmeester destijds zijn oog op de 'Spica' had laten vallen voor het geval zich weer een watersnoodramp zou voordoen. Door het schip dan voor de sluis tot zinken te brengen, zou de druk op de deuren verminderen! Gelukkig heeft het nooit zover hoeven komen. Bij de watersnood ramp van 1953 zijn er wel enkele oudere kadetten en kaderleden met sloepen zuidwaarts getogen om hulp te bieden waar nodig. Vele vriendschappen Waaruit bestond het zeekadettenleven? Natuur lijk gingen de kadetten zoveel mogelijk het water op om met de sloepen het geleerde in praktijk te brengen. Er werd geroeid, gezeild en gewrikt en aan boord waren er de corveediensten en ook veel onderhoud. In de winters maakten zeilen en roeien plaats voor instructies en lessen. Door de jaren heen kon de kadet opklimmen door bevorderingen naar de opvolgende rangen en posities van het korps en deel worden van de korpsleiding. Na enkele jaren konden de kadetten bij gebleken geschiktheid ook doorstromen naar de verschillende dienstvakken. Bij de verbindingsdienst bijvoorbeeld hielden zij zich bezig met communicatie, zoals zenden: morse seinen en zenden en seinen met lampen en vlaggen. Bij de technische dienst leerden de kadetten over het onderhoud en repareren van de diverse motoren en de technische systemen op de 'Spica'. De dekdienst, waar doorgaans de meeste jongens bleven, hield zich 1 14 Scyedam jaargang 44 nr. 4 Spica, ZKK Schiedam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2018 | | pagina 6